Waar werk je voornamelijk?
‘Sinds corona heb ik erg veel thuis gewerkt. Nu we weer naar kantoor mogen combineer ik het. Afhankelijk van mijn werkzaamheden werk ik thuis of op de campus. Soms de hele dag thuis of op kantoor en soms combineer ik het. Dan haal ik bijvoorbeeld vanuit de campus mijn dochter van school waarna ik aan de keukentafel nog een vergadering digitaal bijwoon.’
Welk werk doe je op welke plek?
‘Als ik een paar uur ongestoord aan een artikel wil schrijven of data wil analyseren, zit ik het liefst thuis. Maar ik krijg, zeker na de lockdowns, ook heel veel energie van live contact met collega’s. Het is vooral de vrijheid om flexibel te werken die ik fijn vind. Dat heb ik volop ervaren toen ik in Amerika werkte. Daar zat ik vaak met mijn laptop in een koffietentje. Dat was daar heel gewoon, net als de vrijheid om je eigen werktijden te bepalen. Zo begon een collega om 3 uur ’s middags om tot 1 uur ’s nachts door te werken.
Verder merk ik dat ik in verschillende levensfases behoefte had aan verschillende werkplekken. Toen mijn kinderen heel jong waren, werkte ik meer thuis. Later vond ik het fijner om werk en privé te scheiden en zat ik meer op kantoor. En tegenwoordig bevalt de flexibiliteit weer erg goed.’
Wat vind je belangrijk aan je werkomgeving?
‘Ook het flexibele. De mogelijkheid om in verschillende omgevingen te werken. Dat er ruimtes zijn waar je mensen tegen het lijf kan lopen én plekken waar je je kunt afzonderen. In het Maria Montessorigebouw, waar mijn werkkamer is, zitten we wat dat betreft heel mooi. Het gebouw zelf is mooi, maar ook de verbinding met de rest van de campus. Het werkt stimulerend dat je ook op een bankje in het gras kan gaan overleggen of even in het bos kunt gaan wandelen om te brainstormen.’
InWork
Binnen Radboud Services wordt momenteel gewerkt aan het implementeren en doorontwikkelen van een inspirerende werkomgeving waarin medewerkers hun werk goed, effectief en met plezier kunnen doen. In eerste instantie wordt alleen naar de werkomgeving in het Berchmanianum gekeken. Medewerkers mogen in dit project niet alleen meedenken over hun ideale werkomgeving, ze mochten ook de naam van het project kiezen. InWork, Anouk’s voorstel kwam als winnaar uit de bus.
Hoe kwam je op de naam InWork?
Ik vind het leuk om mee te denken bij dit soort oproepen, kijken of ik iets moois kan bedenken. Dus ik heb het een beetje laten sudderen. De naam InWork schoot me vervolgens te binnen toen ik thuis zat met mijn dochter en er eigenlijk helemaal niet mee bezig was. Ik dacht aan iets met de letters IN, interactie, inspiratie in de natuur. Bovendien vond ik de tegenstelling bij InWork grappig, omdat je natuurlijk niet per se op je werkplek hoeft te zijn om met je werk bezig te zijn.
Als beloning mocht je een dag verzorgd werken bij café Fika. Hoe was dat?
“Dat was super leuk. Ik heb met twee masterstudenten gewerkt aan een artikel dat we bijna af hebben. We zijn heel ver gekomen. Je kan snel schakelen, dynamisch werken als je samen op zo’n mooie plek zit. Het gaf me bovendien inspiratie om weer vaker op dit soort informele plekken te werken zoals ik dat in Amerika ook regelmatig deed.”
Zijn er dingen die je zou veranderen aan de werkomgeving op de campus?
‘Voor mij is het helemaal prima zo. De faciliteiten waren er voor de lockdowns ook al, maar toen was die cultuur van flexwerken er volgens mij nog minder. Veel mensen zaten eigenlijk altijd op kantoor. Er werd minder gevarieerd. Nu lijkt er meer openheid te zijn om zelf te sturen hierin, afhankelijk van je behoefte. Dat vind ik een positieve ontwikkeling. Als werknemer vind ik het fijn om expliciet te voelen dat je je werkplek naar eigen inzicht mag invullen.’