‘Vanochtend bij de koffieautomaat had ik het er nog over: misschien is het volgend jaar weer tijd’, vertelt Mo. Ze doelt op een verlofperiode van enkele maanden waarin ze al wandelend of fietsend haar hoofd helemaal leeg kan maken. Ze somt op: zes maanden fietsen door Afrika, vier maanden fietsen door Zuid-Amerika en twee maanden wandelen in de Pyreneeën. ‘Heerlijk om een tijd lang alleen na te hoeven denken over praktische dingen, zoals je volgende maaltijd of slaapplek.’ Fietsend of te voet leer je nieuwe plekken het best kennen volgens Mo. ‘Je ziet zoveel, je voelt de landen en de verschillen tussen ieder land.’
Dat een reis nooit verloopt zoals gepland en er onderweg tegenslagen plaatsvinden, is een gegeven. ‘In de Pyreneeën was het eerst extreem warm en vervolgens regende het dagenlang keihard. Ik liep er alleen met mijn hondje. Dan zitten er weleens zware momenten bij, maar ook die momenten gaan weer over. Gelukkig kan ik vrij goed afzien. Tijdens zo’n reis aanvaard je de momenten zoals ze op je afkomen. Soms betekent dat improviseren, maar dat maakt het juist leuk.’
Hoewel Mo de spanning niet schuwt, neemt ze geen onnodige risico’s. ‘Ik zoek het avontuur, niet het gevaar. Tijdens de wandelreis kon ik kiezen tussen de Franse en de Spaanse Pyreneeën. Toen koos ik bewust voor het Franse deel, omdat daar meer mensen wandelen, waardoor iemand me makkelijker zou kunnen helpen in geval van nood.’