Rona Jualla-van Oudenhoven

Radboud-dialoog moet ruimte maken voor alle stemmen

De Radboud Universiteit wil een plek zijn waar culturen samenkomen, met aandacht voor diversiteit in het onderwijs en met ruimte voor het uitwisselen van verschillende visies. Dit veronderstelt blijvende aandacht voor internationalisering, taalintegratie en voor de nu nog gemarginaliseerde groepen. Deze uitdagingen heeft de universiteit mooi verwoord in haar missie, met ‘diversiteit, gelijkheid en inclusie’ als een van de pijlers, lees: de universiteit wil bijdragen aan een gezonde, vrije wereld met gelijke toegangskansen voor iedereen. Het streven is een werkelijk inclusieve campus voor alle medewerkers en studenten, ongeacht hun ras, geslacht, leeftijd, religie, genderidentiteit, burgerlijke staat of familiestatus, etnische achtergrond, sociaaleconomische achtergrond, beperking of seksuele geaardheid.

Onder meer het toenemend aantal internationale studenten onderstreept het belang om deze missietekst serieus te nemen. Dat gebeurt al dankzij extra medewerkers belast met inclusie, gendergelijkheid en sociale veiligheid, onder wie de ombudsfunctionarissen. Maar daarmee ben je er niet: inclusie staat of valt met de alledaagse zorgzaamheid en aandacht van de mensen op de campus, een ‘campuscultuur’ die niet zomaar in een gewenste richting verandert en gepaard gaat met vragen: welke gevolgen heeft inclusie, wat betekent dat voor mijn handelen, en hoe verwelkomen we het nieuwe met respect voor de bestaande cultuur? Een mooie missietekst is niet afdoende om een cultuur om te turnen, daarvoor is allereerst een dialoog nodig tussen alle campusbewoners. Zo’n dialoog past juist deze universiteit, immers geboren uit een emancipatiestrijd van een achtergestelde groep, vechtend voor gerechtigheid en een plek in de samenleving.

We zijn gelukkig een plek waar veel kennis wordt opgedaan over diversiteit, gelijkheid en inclusie, met een groeiend inzicht in onze complexe en veranderende omgeving. Willen we dit als campusbewoners echt begrijpen, moeten we rekening houden met de belangen en gevoelens van alle bewoners. Geen sinecure, want universele idealen sneeuwen al te gemakkelijk onder in een lokale context. Precies hierom is een dialoog belangrijk, om te blijven luisteren naar de stemmen van onze studenten en medewerkers, en om te zorgen dat adviezen en wensen, ook en vooral van de gemarginaliseerde groepen, een plaats  krijgen in het beleid. Zo laat de universiteit tevens zien dat ze de sociale duurzame ontwikkelingsdoelen serieus neemt. Wat mij betreft kan zo’n dialoog niet vroeg genoeg beginnen, om mogelijk nooit meer te stoppen.

Geschreven door
Jualla-van Oudenhoven, R. (Rona), PhD
Deze column is onderdeel van een reeks columns over sociale veiligheid, gelijkheid en inclusie. Regelmatig verschijnt er een nieuwe column in het weekbericht.