Amber Gersjes op de judomat
Amber Gersjes op de judomat

Topsport en onderwijs: hoe combineer je dat?

Toen ze pas twee jaar was, stond ze al op de judomat. Nu is ze aan het trainen voor de Grand Prix in Oostenrijk, de World University Games en haar hoofddoel is deelnemen aan de Olympische Spelen in Parijs. Maar dat is niet alles. Amber Gersjes (25) doet ook een master Bestuurskunde hier op de universiteit. Ze is één van de 92 studenten die hun studie aan de Radboud Universiteit combineren met hun leven als topsporter of toptalent in kunst en cultuur. Hierbij worden ze ondersteund door de topsport- of toptalentregeling.

Flexibel onderwijs 

‘Dit is al ruim tien jaar een formele regeling’, vertelt Sofie van Breemen, de topsport- en toptalentcoördinator. ‘De opleiding heeft een inspanningsverplichting om, waar dat noodzakelijk is voor de student en haalbaar voor de opleiding, flexibel onderwijs aan te bieden. Hoe dat moet worden ingevuld is in de regeling niet gespecificeerd, maar een opleiding kan dat niet zomaar aan de kant zetten. In de praktijk gaat dat vaak samen met een advies ‘flexibel studeren’. Zo krijgen studenten meer grip op hun rooster.’ 

Door deze regeling kan Amber judo en haar studie kan combineren. Ze vertelt: ‘Ik kan mijn ei kwijt op de mat, maar ik vind het ook superfijn om mijn brein ergens in kwijt te kunnen. Daarom is studeren voor mij ideaal! Mijn prioriteit ligt wel bij judo, maar dat betekent niet dat studeren er een beetje bijhangt. Ik probeer het zo goed mogelijk te plannen. Als topsporter ben ik al zo druk. Ik zie het feit dat ik ben begonnen met een studie en dat ook heb doorgezet als bewijs voor mijn drive om niet alleen steeds beter te worden in de sport, maar om ook een maatschappelijke carrière te starten.'  

Volgens Jan-Kees Helderman, hoogleraar Bestuurskunde en scriptiebegeleider van Amber, vraagt de regeling niet alleen flexibiliteit van docenten, maar krijg je er ook veel voor terug. Hij benoemt: ‘Topsporters werken keihard, zijn enorm gedisciplineerd en je krijgt als docent ook een uniek kijkje in hun wereld!’ 

Stroef contact met docenten 

Het programma van topsporters wordt nog wel eens onderschat, denkt Amber. ‘Het is niet zo dat ik ‘s ochtends twee uur train, te laat kom op de universiteit en dan de rest van de dag zit te chillen of dat ik een les mis, omdat ik een dutje lig te doen. Ik ben altijd bezig met mijn ontwikkeling als atleet, maar ik neem mijn studie ook heel serieus. Ik werk heel hard om alle ballen hoog te houden en dan is het soms wel lastig om negatieve vooroordelen te incasseren.’  

Amber voelde zich wel eens tegengewerkt door docenten. ‘Dan wilden ze bijvoorbeeld een extra kans niet geven, terwijl ik er wel recht op had, of dan werd er een heel groot punt van gemaakt als ik te laat een college binnenkwam. Toen ik net begon met studeren vond ik dat heel pittig. Dan is het wel heel fijn dat ik terug kan vallen op de regeling. Ik heb er recht op dat de opleiding met me meedenkt. Gelukkig zijn de meeste docenten daar wel flexibel in.’ 

Wie heeft recht op wat? 

Volgens Van Breemen valt er qua bekendheid van de regeling nog wel wat te winnen. Dat docenten niet altijd snappen waar het over gaat, vindt ze ook wel logisch. ‘Docenten krijgen van veel studenten verzoeken voor extra flexibiliteit. Wie heeft daar dan recht op? Gelukkig zijn topsporters en toptalenten in kunst en cultuur te herkennen aan een stempel in OSIRIS. Daarnaast is het ook niet altijd duidelijk hoe ver je mag gaan qua flexibiliteit. Het is dan aan de student, docent, studieadviseur en uiteindelijk de examencommissie om hier een weg in te zoeken.’  

Helderman vindt het vooral belangrijk om studenten niet af te remmen op hun grootste passie. ‘Het zit ook wel in mijn aard om een flexibele en pragmatische houding te hebben naar studenten. Die regeling maakt het dan makkelijk, want daardoor is er ook een formele weg om studenten extra ruimte te geven. Maar eigenlijk gaat het voor mij verder dan alleen die personen met een topsport- of een toptalentstatus. Elke student hier heeft een uniek talent en als universiteit moeten we ernaar streven om daar altijd ruimte aan te geven!’ 

Onbevooroordeeld in gesprek 

Amber benadrukt het belang van een goed gesprek: ‘Geen vraag is te gek. Verdiep je in ons leven als atleet en kijk samen hoe we studeren het best kunnen vormgeven.’ Ook Van Breemen vindt begrip voor deze groep belangrijk: ‘Ze zijn heel serieus bezig met twee passies. Het ontbreekt ze niet aan moeite of inzet. Kijk er onbevooroordeeld naar!’ Helderman vult aan: ‘We kunnen niet van topsportstudenten verwachten dat ze een keuze maken voor topsport of studie. Een topsportcarrière is heel fragiel en ik zie bijvoorbeeld bij Amber hoe serieus zij bezig is met zowel haar topsport- als maatschappelijke carrière.’ 

‘Ik vind dat wij dat als universiteit te weinig uitdragen’, zegt Van Breemen. ‘We hebben die talenten in huis. Het levert medailles op. We hebben studenten die spelen in de Eredivisie, die meedoen aan de Olympische Spelen of die op andere (culturele) podia staan, niet alleen de hoofdpodia, maar ook wat kleinere podia. We hebben als universiteit de taak om dat te ondersteunen!’  

Lees meer: Flexibel studeren 

Contactinformatie