Deze monitoring was vanwege alle bouwactiviteiten op het zuidelijk deel van de campus en de ontheffing op de Wet Natuurbescherming die daarvoor nodig was. Aan de hand van hun informatie kon de universiteit bepalen welke zogenaamde mitigerende maatregelen benodigd waren. Bijvoorbeeld waar en hoeveel vleermuiskasten opgehangen moesten worden ter compensatie. Nu deze periode van monitoring afgerond is, vertellen Vita en Eric graag over hun bevindingen. Later lopen we rond in de omgeving van het Berchmanianum, ieder met een batdetector in de hand. Zullen we vanavond vleermuizen spotten?
Vleermuis gespot! Vijf jaar monitoring op de campus
Op een mooie avond in mei ga ik op stap met Vita Hommersen en Eric Jansen van de Zoogdiervereniging om vleermuizen te spotten. Vita en Eric hebben de afgelopen vijf jaar de vleermuizen op onze campus in kaart gebracht.
Natuurlijk overgangsgebied
“Het mooie van een aantal jaren achtereen monitoren is, dat je langzamerhand een goed beeld krijgt van de soort vleermuizen die er rondvliegen, de plaatsen waar zij verblijven en wat de invloed is van specifieke veranderingen op hun foerageergedrag bijvoorbeeld”, vertelt Eric. Een deel van het bos bij het Berchmanianum was in 2018 flink geraakt door een storm. Na deze kaalslag bleek de bodem van het bos heel snel af te breken, wat allerlei kevers aantrok. Grote insecten staan op het menu van Laatvliegers, een grote vleermuissoort, dus deze hadden op deze locatie opeens voedsel in overvloed. Eric: “Na het verdwijnen van de Thomas van Aquinostraat, het bijbehorende groen en de aanleg van het fietspad ontstond een harde grens met het bos. Daarachter hadden vleermuizen niets meer te zoeken. Nu zijn in de buurt van het Maria Montessorigebouw veel bomen geplant en wadi’s aangelegd. De verwachting is dat langzamerhand weer een natuurlijk overgangsgebied ontstaat waar de vleermuizen ook op insecten kunnen jagen.” Voor de foto poseren Vita en Eric bij de grote vijver van het Berchmanianum. De aanleg van deze vijver is voor vocht en voedsel van de vleermuizen een fantastische aanwinst, hebben zij gemerkt.
Kieskeurige bewoners
“Vleermuizen zijn flexibel als het gaat om het vinden van voedsel, voor hun behuizing geldt dat minder”, legt Vita uit. “Daarin zijn ze tamelijk kieskeurig. Ze wonen bovendien gedurende het jaar op verschillende locaties. Soms gaan ze op zoek naar een warmere of juist koelere plek. En er zijn aparte kraamkamers, waar vleermuismoeders met hun jongen verblijven.” Eric heeft nog een mooie anekdote over de oude Thomas van Aquinostraat. “Op warme dagen wilden de beheerders nog wel eens een raampje openzetten. Een nieuwsgierige vleermuis ging daar dan door het klapraam naar binnen. Maar vanwege het glas kon deze de weg terug niet meer vinden. (Vleermuizen vinden hun weg door middel van echolocatie.) Het gevolg was dat de vleermuis dan maar heen en weer bleef vliegen en dat er op het lawaai nog meer vleermuizen afkwamen. Binnen mum van tijd zat er dan een hele groep binnen, die weer verwijderd moesten worden.” Kennis over het gedrag van vleermuizen is dus belangrijk. Op de campus zijn er tegenwoordig voldoende geschikte verblijfsplekken. Er huizen vleermuizen onder de dakgoten van het Berchmanianum, in de spouwmuur van het gebouw Thomas van Aquinostraat 1 en soms in de vleermuiskasten in het bos. De meeste vleermuizen die hier rondvliegen hebben hun behuizing in de aangrenzende wijken en in gebouwen van het academisch ziekenhuis.
Tapdanser
Als de avond invalt, is het tijd om vleermuizen te spotten. We gebruiken daarvoor een batscanner of batdetector. Dat is een handzaam apparaatje dat de ultrasone geluiden van vleermuizen omzet in voor mensen hoorbare geluiden. De geluiden bevinden zich tussen de 15 en 120 kHz. Aan de hand van de frequentie, het ritme en de klankkleur kun je bepalen welke vleermuissoort er rondvliegt. “Als je een geluid hoort dat klinkt als een tapdanser, weet je bijvoorbeeld dat het om een Laatvlieger gaat”, vertelt Vita. “Toch kunnen de frequenties per soort ook wel verschillen. Een vleermuis maakt langgerekte geluiden als deze over een open veld vliegt en steeds kortere geluiden als deze een insect benadert.” Deze avond hebben we geluk. We spotten in ieder geval enkel Laatvliegers, de Gewone Dwergvleermuis en de Ruige Dwergvleermuis, dit zijn al drie van de in totaal 12 soorten die hier in de omgeving voorkomen. Daaronder zijn de Gewone Grootoorvleermuis, die er met zijn enorm grote oren erg grappig uitziet en ook de Bosvleermuis, een zeldzame soort.
Vervolg monitoring
Eric en Vita kijken met plezier terug op de afgelopen periode. Niet alleen is hun kennis over het gebied vergroot, ook hebben ze de samenwerking met de universiteit als heel prettig ervaren. Eric: “De universiteit heeft ook meer gedaan dan volgens ‘de wet’ nodig was. Ik heb gemerkt dat naar mijn aanbevelingen echt is geluisterd. Zo is er vleermuisvriendelijke verlichting gekomen en is men minder gaan maaien, wat gunstig is voor de insectenstand.” Beiden hopen dat de monitoring van vleermuizen een vervolg zal krijgen, zodat de kennis niet verloren gaat. De kans daarop is overigens groot, mede gezien alle bouwactiviteiten die in het Campusplan genoemd staan.
Contactinformatie
Meer informatie over vleermuizen vind je hier: www.zoogdiervereniging.nl
- Contactpersoon
- drs. J.A. van Beukering (Judith)
- Organisatieonderdeel
- Service Centre
- Thema
- Natuur