Koeling en verwarming in campusgebouwen

In de meeste gebouwen op de campus zorgen geavanceerde luchtbehandelingssystemen met duurzame verwarming en koeling voor comfort in de werkomgeving. Deze systemen worden centraal ingesteld en geregeld. De ingestelde temperatuur is afgesteld op de gemiddelde behoefte van gebruikers maar dat betekent niet dat je er zelf geen invloed op hebt. 

Om ervoor te zorgen dat het klimaatsysteem efficiënt werkt en jouw comfort in de werkomgeving maximaliseert, is het belangrijk te weten hoe het systeem werkt en wat je zelf kunt doen aan een prettig binnenklimaat.  

Standaardinstellingen 

Elke ruimte wordt continu, het hele jaar door, voorzien van geconditioneerde lucht via de mechanische ventilatie. Op koude dagen (in de winter) mag je een temperatuur van 19 ºC verwachten. In de zomer, bij een buitentemperatuur van 21ºC of hoger, gaat de koeling automatisch aan zodra de temperatuur in de ruimte 24ºC of hoger is. 

Aanpassingsmogelijkheden

In een aantal gebouwen, kun je de temperatuur in een ruimte eenvoudig aanpassen via de thermostaat aan de muur. Deze ‘individuele ruimteregeling’, meet de temperatuur in de kamer. Met de knoppen op de thermostaat kun je de ingestelde temperatuur tot maximaal 1,5°C hoger of lager instellen. Het kan echter wel enige tijd duren voordat de aanpassing merkbaar is.

  • Wil je het iets koeler? 
    Stel in op -1°C en er wordt meer koude lucht ingeblazen als het warmer wordt dan 23°C (in plaats van de ingestelde 24°C).
  • Heb je het liever iets warmer? 
    Stel in op +1°C en er wordt meer warme lucht ingeblazen als het kouder wordt dan 20°C (in plaats van de ingestelde 19°C).

Centrale verwarming

De verwarming via radiatoren of vloerverwarming is ook centraal geregeld. De ruimtetemperatuur is ingesteld op 19°C en voor een gemiddelde, stabiele ruimtetemperatuur staat de radiatorknop op stand 3.  

Koeling

De automatische koeling werkt alleen in de zomer, als het buiten 21ºC of warmer is. Bij een binnentemperatuur van 24 ºC gaat de koeling vanzelf aan. Het centrale systeem kan een ruimte koelen met circa 4ºC tot 8ºC ten opzichte van de buitentemperatuur. Als het buiten bijvoorbeeld 33ºC is, dan is een binnentemperatuur van 25ºC haalbaar, koeler wordt het niet. Op extreem warme dagen kan het voorkomen dat niet alle kamers de gewenste koelte bereiken. 

Om de warmte zoveel mogelijk buiten te houden laat je de zonwering neer voordat de zon naar binnen kan schijnen. Is het buiten warmer dan binnen? Houd de ramen dicht zodat de warmte buiten blijft. Lukt het niet om de ruimte koel te houden? Kies dan voor een koelere werkplek in een ander (deel van het) gebouw. 

Gebouwen zonder luchtbehandeling / mechanische ventilatie

Enkele oudere gebouwen zijn (nog) niet aangesloten op de duurzame Warmte-Koude-Opslag (wko) op de campus. Daarom is in TvA1, Transitorium, Huize Heyendael, Soeterbeeck, Oud Heyendael, UBC, Gele vlieger Kinderdagverblijf en Kassencomplex slechts in enkele ruimtes koeling beschikbaar. 

Extreem warme of koude dagen 

Bij extreme hitte of koude is het niet in alle gebouwen mogelijk een comfortabel binnenklimaat te realiseren. In de oudere gebouwen zonder mechanische ventilatie of minder goede isolatie kost koeling of verwarming te veel energie. Dat is niet alleen erg duur vanwege de hoge energiekosten maar het strookt ook niet met onze duurzame bedrijfsvoering wat betreft energie en klimaat.  

In het geval van extreme hitte is er onvoldoende koelcapaciteit beschikbaar voor zowel proceskoeling (servers en laboratoria) als koeling van kantoorruimtes. De koeling van kritische bedrijfsprocessen of laboratoria krijgt dan voorrang boven de koeling van de kantooromgeving. 

Bij extreme  koude of warme dagen gelden onderstaande adviezen. 

Extreem koudExtreem warm
  • Houd ramen en deuren gesloten
  • Zoek een warmere plek op de campus, of werk thuis als de werkplek op de campus te weinig comfort biedt.
  • Draag warme kleding.
  • Blijf zoveel mogelijk binnen.
  • Let op elkaar.
  • Houd ramen en deuren gesloten.
  • Gebruik de zonwering.
  • Drink voldoende
  • Zoek een koelere plek op de campus of werk thuis als de werkplek op de campus te weinig comfort biedt.
  • Beperk lichamelijke inspanning.
  • Blijf zoveel mogelijk uit de zon.
  • Let op elkaar.

Storing

Is een ruimte te koud of te warm en hebben bovengenoemde gebruiksrichtlijnen geen effect? Dan kan er sprake zijn van een storing. 

Geef het door aan het Service Centre via het formulier op de website: Storing in en om gebouwen

Vragen?

Heb je vragen over koeling of verwarming in gebouwen? Neem dan contact op met het Service Centre

024 36 3 33 33