Overeenkomst met een AOW-gerechtigde

Algemeen

In de CAO NU is bepaald dat het dienstverband van een werknemer van rechtswege eindigt met ingang van de dag waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd is een mogelijkheid, maar géén recht.

Binnen de Radboud Universiteit geldt dat de gelegenheid om door te werken na de AOW-gerechtigde leeftijd alleen wordt geboden als sprake is van een aantoonbaar organisatiebelang van de Radboud Universiteit. In dat geval kan een tijdelijke overeenkomst (arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht) worden gesloten. Een aantoonbaar organisatiebelang kan ingegeven zijn door arbeidsmarktargumenten of door de zeer bijzondere kwaliteiten van de AOW-gerechtigde, die op dat moment van grote waarde zijn voor de Radboud Universiteit. Door alleen een tijdelijke overeenkomst te sluiten met een AOW-gerechtigde op grond van een aantoonbaar organisatiebelang, is een argumentatie aanwezig waarom A wel en B niet mag doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd. De emeritus-hoogleraar neemt hierbij een bijzondere positie in, omdat deze persoon gedurende vijf jaar het ius promovendi behoudt.

Emeritus-hoogleraar

De emeritus-hoogleraar behoudt op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) gedurende vijf jaar het ius promovendi. Dat is een belangrijke reden dat veel emeriti-hoogleraren ook na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd werkzaamheden voor de universiteit verrichten. Deze hebben met name betrekking op begeleiding van promovendi, maar het kan ook gaan om advisering of coaching. In de meeste gevallen staat daar tegenover dat zij gebruik kunnen maken van enkele universitaire voorzieningen zoals een kamer en een telefoon. Het is niet nodig in dit soort gevallen nadere afspraken te maken in de vorm van een overeenkomst.

In bepaalde gevallen zal de emeritus-hoogleraar werkzaamheden verrichten die verder gaan dan genoemde begeleiding, advisering of coaching. Het kan bijvoorbeeld gaan om het verzorgen van colleges of werkgroepen die voor het curriculum van de betreffende opleiding van belang zijn en waarin op dat moment (nog) niet op een andere manier kan worden voorzien. In het geval een emeritus opnieuw een aanstelling als hoogleraar wenst,  legt de decaan een met redenen omkleed verzoek voor aan het college van bestuur. Het college van bestuur beslist over het al dan niet aangaan van de overeenkomst en hanteert daarbij het organisatiebelang als criterium. Welke overeenkomst aangegaan dient te worden, arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht, hangt af van de concrete feiten en omstandigheden. In het geval dat een emeritus een andere aanstelling krijgt, bijvoorbeeld als docent, beslist de decaan.

Keuze overeenkomst

Welke overeenkomst aangegaan dient te worden met een AOW-gerechtigde hangt af van de concrete feiten en omstandigheden. Het beleid is afgeleid van de vraag of er sprake is van loon.

Arbeidsovereenkomst (met loon)

Als er sprake is van betaalde werkzaamheden wordt in beginsel een arbeidsovereenkomst overeengekomen. Er kan alleen een arbeidsovereenkomst worden overeengekomen als sprake is van een aantoonbaar organisatiebelang. De decaan/clusterdirecteur is verantwoordelijk voor de toetsing van het organisatiebelang en sluit de overeenkomst met niet-hoogleraren af. In het geval van een hoogleraar toetst het college van bestuur het organisatiebelang en sluit de overeenkomst.

Overeenkomst van opdracht (zonder loon)

De overeenkomst van opdracht wordt gebruikt in die gevallen waarbij er geen sprake is van loon. Eventueel kan op basis van declaratie voor gemaakte kosten een onkostenvergoeding wordt verstrekt. Met de AOW-gerechtigde kan een overeenkomst van opdracht worden gesloten als de AOW-gerechtigde verbonden wil blijven aan de Radboud Universiteit en gebruik wil maken van bepaalde universitaire voorzieningen (bijvoorbeeld werkplek, computer, telefoon). Er kan alleen een overeenkomst van opdracht gesloten worden als sprake is van een aantoonbaar organisatiebelang. De decaan/directeur Radboud Services is verantwoordelijk voor de toetsing van het organisatiebelang en sluit de overeenkomst met niet-hoogleraren af. In het geval van werkzaamheden als  hoogleraar toetst het college van bestuur het organisatiebelang en sluit de overeenkomst. Zoals eerder is aangegeven, is dit bij hoogleraren alleen aan de orde als sprake is van werkzaamheden die datgene wat voor emeriti in de huidige praktijk al gemeengoed is (bijvoorbeeld het begeleiden van promovendi) te boven gaan.

Duur overeenkomst en procedure

Zowel de arbeidsovereenkomst als de overeenkomst van opdracht wordt telkens afgesloten voor de periode van één jaar.

De decaan/clusterdirecteur sluit de overeenkomst met niet-hoogleraren af en is verantwoordelijk voor de toetsing van het organisatiebelang. Een af te sluiten overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst met een AOW-gerechtigde kan ter toetsing worden voorgelegd te worden aan de Divisie HR. Voor alle typen overeenkomsten kan bij de Divisie HR advies worden gevraagd.

Relevante wet- en regelgeving arbeidsovereenkomst bij en na de AOW-gerechtigde leeftijd

Het sluiten van een nieuwe arbeidsovereenkomst met een AOW-gerechtigde

Wat vóór de inwerkingtreding van de Wet Werk en Zekerheid nog niet kon, kan nu wel: met een AOW-gerechtigde kan aansluitend aan het geëindigde dienstverband voor onbepaalde tijd een tijdelijke arbeidsovereenkomst afgesloten worden die van rechtswege eindigt. Opzegging via het UWV of de kantonrechter is niet meer nodig.

Aantal en duur van de tijdelijke arbeidsovereenkomsten

Er geldt een aangepaste ketenregeling voor AOW-gerechtigden: maximaal 6 tijdelijke arbeidsovereenkomsten in maximaal 48 maanden. Daarbij tellen alleen de tijdelijke arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan nadat de AOW-leeftijd is bereikt mee voor de keten.
Bij arbeidsovereenkomsten met een AOW-gerechtigden is de opzegtermijn één maand. Bij einde van het dienstverband met een AOW-gerechtigde hoeft geen transitievergoeding betaald te worden, ongeacht de lengte van het dienstverband. Bovendien hoeft de werkgever een verzoek tot uitbreiding van de arbeidsduur van een AOW-gerechtigde werknemer niet te honoreren.

CAO NU

De CAO NU is onverkort van toepassing op AOW-gerechtigden. Bepalingen over dienstjubileum en dergelijke blijven gewoon gelden

Loonheffingen en sociale verzekeringen

Voor AOW-gerechtigden geldt een lager tarief voor de inhouding van loonheffingen. 
Dit houdt verband met het feit dat de werknemer geen AOW-premie meer verschuldigd is. De werknemer moet nog wel premies volksverzekeringen AWBZ en ANW betalen.

De verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen stopt bij de AOW-gerechtigde leeftijd. Er is dan geen premieplicht meer, maar er bestaat ook geen aanspraak meer op uitkeringen op basis van de WW, WIA of ZW. Ook komt de werknemer niet in aanmerking voor een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering (BWNU) of Arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP).

Ziekte en arbeidsongeschiktheid

Als gevolg van de Wet doorwerken na AOW-gerechtigde leeftijd heeft de AOW-gerechtigde recht op loondoorbetaling bij ziekte voor de duur van 13 weken. De werknemer komt gedurende het tijdelijke dienstverband in aanmerking voor de reguliere bovenwettelijke loondoorbetalingsregeling conform de ZANU.

Pensioen

Als met de werknemer na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt gesloten, dan is de werknemer geen deelnemer meer bij het ABP. De werknemer kan wel opteren voor vrijwillige pensioenopbouw bij ABP, maar de kosten (die vrij hoog zijn) komen geheel voor rekening van de werknemer.