Heeft jeugdcultuur tegenwoordig nog een functie?

Een halve eeuw geleden ontstond een nieuwe leeftijdscategorie – de jongeren, een levensfase tussen kind en volwassenheid. Die jongeren gaan allemaal naar school. Dat is iets nieuws, want in 1940 gingen kinderen gemiddeld op hun 13e van school, tegenwoordig gaan kinderen pas op hun 18e van school, en veel jongeren kiezen voor een universitaire studie en gaan dus nog langer door. Die jongeren hebben een eigen cultuur ontwikkelt: jeugdcultuur. En tegenwoordig is er niet één enkele jeugdcultuur, maar bestaat er een hele reeks aan jeugdculturen, ieder met een specifieke kledingstijl, taalgebruik, lichaamshouding en muziekstroming. Onderzoek de relatie van jongeren en hun culturen met de mogelijke vragen en literatuur op deze pagina in je profielwerkstuk.

Jongeren beschouwen zichzelf allemaal als individuen. Veel jongeren willen liever niet bij een groep horen. Ze willen zich niet vastleggen. Dat zien we bijvoorbeeld op het gebied van politiek: jongeren stemmen nauwelijks en zijn al helemaal geen lid van een politieke partij. Ook hebben jongeren geen zin in een vaste baan tot aan hun pensioen, maar kiezen voor wisselende banen, flexwerken en jobhoppen. Jongeren gaan ook steeds later een vaste relatie aan, trouwen veel later dan jongeren van een eeuw geleden, en krijgen op veel latere leeftijd kinderen. En de gevolgen van de individualisering zien we ook op het gebied van religie: meer dan zeventig procent van de Nederlandse jongeren beschouwt zichzelf niet langer als lid van een kerk. En ook bij jeugdculturen zien we dat jongeren zich niet willen vastleggen. Slechts weinig jongeren zeggen dat ze bij een jeugdcultuur horen. Vaker vinden ze de stijl wel leuk, en nemen ze wat kledingskenmerken over, maar echt lid van een cultuur noemt bijna niemand zich. En als ze dat wel doen, dan noemen zich lid van meerdere groepen: ze zijn zowel punk als metal, en ook nog een beetje alternatief. Dit zijn de zogenaamde stijlsurfers.

Dat jongeren zich niet willen binden, wordt door de media negatief opgepikt. De ‘jeugd van tegenwoordig’ wordt een patatgeneratie genoemd, of generatie nix. Volgens de media heeft zij haar idealen verloren, of misschien wel nooit gehad. En als het over jeugdcultuur gaat, dan worden altijd alleen de negatieve aspecten belicht: overmatig drugsgebruik bij gabbers, rechts-extremisme bij Lonsdale jongeren, gevaar voor depressie bij gothic jongeren en criminaliteit bij punks. Toch zijn de meeste Nederlandse jongeren gelukkig met hun leven. Ze zijn zelfs de gelukkigste jongeren van Europa, zo blijkt uit onderzoek. Hoe is dat nou mogelijk?

Interessante vragen

  • Herken je bij jezelf of bij jongeren in je omgeving het verschijnsel van zich niet willen vastleggen? Waarom willen jongeren zich niet binden? Of is het een verzinsel van de media?
  • Bestaan jeugdculturen nog wel? Voor een buitenstaander zijn ze wel zichtbaar, maar hoeveel jongeren noemen zich lid van een jeugdcultuur?
  • Probeer een sluitende definitie te maken van het begrip jeugdcultuur, dat op alle jeugdculturen past. Wat is eigenlijk cultuur? Zoek definities op van cultuur en bepaal welke definitie tegenwoordig het best van toepassing is.
  • Welke jeugdculturen ken je? Ben je zelf lid van een jeugdcultuur? Waarom wel of niet? Komen je vrienden uit één of meerdere jeugdculturen?
  • Waarom zijn jeugdculturen een halve eeuw geleden eigenlijk ontstaan? Wat waren de aanleidingen voor dit fenomeen? En zijn de omstandigheden van een halve eeuw geleden erg anders dan nu?
  • Hoe denk je dat het kan dat jongeren in Nederland zo gelukkig zijn?

Deze handreiking voor een profielwerkstuk is gemaakt door de Faculteit der Sociale Wetenschappen