De versjes die veel baby’s van hun ouders te horen krijgen, bevatten allerlei poëtische kenmerken, zoals rijm, ritme en versregels. Hahn onderzocht in hoeverre baby’s deze taalpatronen opmerken. In het Baby Research Center van de Radboud Universiteit liet ze de baby’s kinderliedjes en versjes horen.
In een van haar experimenten onderzocht Hahn met behulp van de HPP-methode (Head Turn Preference Paradigm) in hoeverre baby’s zich bewust zijn van frasen, versregels in liedjes. De kinderen zaten bij hun ouders op schoot en hoorden van links en van rechts liedjes. Ze hielden hun hoofd langer gericht naar liedjes die met hele frasen werden gezongen. Bij liedjes waar losse woorden klonken keken de baby’s sneller weg. ‘Dit suggereert dat baby’s meer interesse hebben voor de liedjes met frasen en dat ze in staat zijn om frasen in liedjes te herkennen’, vertelt Hahn.
Grotere woordenschat
Daarnaast bestudeerde Hahn of baby’s rijm en ritme in liedjes en gesproken versjes kunnen waarnemen door ze te laten luisteren naar rijmende en niet-rijmende en ritmische en niet-ritmische versjes. Zowel in de luistertijd als in de hersenactiviteit bleken er verschillen te zitten tussen rijmende en niet-rijmende stimuli en deze werden deels beïnvloed door het ritme, hoewel niet al deze verschillen significant waren. ‘Dat vraagt om vervolgonderzoek’, aldus Hahn, die wel een verband ontdekte tussen de gevoeligheid voor rijm en ritme in liedjes en versjes en de grootte van de woordenschat van een baby. ‘Het voordragen van rijmpjes kan dus een positief effect hebben op de taalontwikkeling van baby’s.
Muziekonderwijs
Het kan dus geen kwaad om ons bewust te zijn van de functies van rijmpjes en liedjes. ‘We weten al van de socio-emotionele voordelen van dit soort versjes. Kinderen worden er vrolijk of juist kalm van. Nu hebben we ook een eerste beeld van hoe baby’s spelenderwijs kennismaken met taalpatronen. Dat kan goed van pas komen, bijvoorbeeld op kinderdagverblijven, voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis of kinderen die meertalig opgroeien’, stelt Hahn.
Voor alle kinderen kan het voordelig zijn om belangrijke patronen van taal in de aantrekkelijke omgeving van een liedje of rijmpje tegen te komen. ‘Wel is extra vergelijkbaar onderzoek vereist voordat we harde uitspraken kunnen doen over de effecten van liedjes en rijmpjes op taalontwikkeling bij baby’s’, benadrukt Hahn. Tegelijkertijd ziet ze al praktische mogelijkheden. ‘Als mensen via een aantrekkelijke manier gewend kunnen raken aan die patronen en zo bekender kunnen worden met een taal, zou dat een reden kunnen zijn om extra aandacht te besteden aan muziek en poëzie in de interactie met jonge kinderen. Thuis, maar bijvoorbeeld ook in het onderwijs.’
Meer weten? Neem contact op met
- Laura Hahn, laura.hahn [at] ru.nl (laura[dot]hahn[at]ru[dot]nl)
- Persvoorlichting & wetenschapscommunicatie Radboud Universiteit; (024) 361 6000; media [at] ru.nl (media[at]ru[dot]nl)