Sander Chan portret
Sander Chan portret

Bleven klimaatambities van steden overeind in de coronapandemie?

Klimaatambities van overheden houden vaak geen stand, weet universitair docent Sander Chan. Zeker niet in tijden van crisis. Nieuw onderzoek laat zien dat steden vaak veel ambitieuzer zijn dan hun nationale regeringen. ‘Dat geeft hoop.’

‘Wie is er bezig met klimaat en maakt zich zorgen?’, tweette politicoloog Sander Chan tijdens de eerste lockdown in de coronapandemie. Meer dan zestig mensen reageerden. De onderzoeker en universitair docent internationale milieupolitiek had toen niet kunnen bevroeden waar zijn actie vier jaar later toe zou leiden. Wat begon als een praatsessie, ‘gewoon om onze zorgen met elkaar te delen’, eindigde in een internationale samenwerking, bijzondere vriendschappen, met als sluitstuk een publicatie in Nature Cities, samen met dr. Tanya O’Garra (Imperial College of London) en andere collega’s.

Tijdens de coronapandemie zag Chan overheden ineens in staat tot snel en resoluut ingrijpen. Wat als ze die voortvarendheid ook op klimaatgebied zouden inzetten? Biedt de pandemie misschien een kans voor het klimaat, vroeg hij zich af. Naast de effectiviteit van overheden waren er meer lichtpuntjes. In Delhi, doorgaans bedekt onder een dikke grijze smogdeken, klaarde de lucht plotseling op. Niet alleen daar, wereldwijd verbeterde de luchtkwaliteit. Samen met collega-onderzoekers onderzocht Chan wat er gebeurde met de klimaatambities van steden tijdens de pandemie.

En wat vonden jullie? 

‘We hebben de klimaatplannen bestudeerd van bijna 800 steden verspreid over de hele wereld: in Europa, Amerika, maar ook in Afrika en Zuidoost-Azië bijvoorbeeld. We ontdekten dat de klimaatbeloften van 80% van de steden overeind bleven of zelfs versterkt werden. Ruim twee op de vijf steden vergrootte zelfs hun klimaatambities. Klimaatbeleid van steden bleek dus behoorlijk bestand tegen deze crisis. Een belangrijke bevinding want het aantal crises stapelt zich de laatste jaren op, denk aan de energiecrisis.’

Zagen jullie nog opvallende verschillen tussen plaatsen? 

Opvallend was dat steden in Afrika en delen van Azië vaak ambitieuzer zijn dan die in Europa of Amerika, ondanks hun slechtere financiële situatie. Dat komt waarschijnlijk omdat zij de impact van klimaatverandering veel sterker voelen dan wij. Als het bij ons een paar dagen regent is dat geen ramp. Als dat in een miljoenenstad als Manilla in een ontwikkelingsland gebeurt, vallen er doden. Of kijk naar China, bij ons bepaald niet bekend om zijn klimaatmaatregelen. Toch doet het land best veel. Ik heb vijf jaar in Beijing gewoond, van 2009 tot 2013. Fijnstof en smog teisterden de stad. Op sommige dagen kon ik nauwelijks ademhalen. Heel zorgelijk. Die extreme gezondheidseffecten zijn de motor geweest achter een reeks milieu- en klimaatmaatregelen, zoals sluiting van kolencentrales. Zo zie je: gezondheidsmaatregelen kunnen ook klimaatmaatregelen zijn en omgekeerd. Als het mes aan meerdere kanten snijdt, zorgt dat voor een enorme push.’

Kunnen steden elkaar helpen om samen meer te bereiken?

‘Zeker. Dat gebeurt ook al. Steden wisselen kennis en ervaringen uit in verschillende internationale klimaatnetwerken, zoals C40: een wereldwijd netwerk van bijna 100 burgemeesters van steden over de hele wereld. Steden die lid zijn van zo’n netwerk scoren vaak beter als het gaat om klimaatacties, blijkt uit ons onderzoek. En steden uit het mondiale noorden kunnen ook van het zuiden leren. In Europa wanen we ons veilig en denken we vooruitstrevend te zijn, terwijl steden in ontwikkelingslanden vaak veel bewuster en voortvarender zijn als het gaat om klimaatmaatregelen. Tegelijkertijd is het natuurlijk heel onrechtvaardig dat in ontwikkelingslanden waar de impact het grootst is, steden de minste slagkracht hebben. Juist Europese steden zouden een tandje moeten bijschakelen.’

Tekst: Inge Mutsaers

Contactinformatie

Gaat over persoon
dr. M. Chan (Sander)
Thema
Duurzaamheid, Politiek