Afbeelding: Buisman 2144, exemplaar UB Leiden 1106 H 21
Afbeelding: Buisman 2144, exemplaar UB Leiden 1106 H 21

Buisman: Populair proza in de UB Nijmegen

Samen met 162 andere 1e-jaars kreeg ik in januari 1976 het eerste college 18e-eeuwse Letterkunde, in een gebouw aan de Professor Molkenboerstraat. Van Piet Buijnsters, de 42-jarige docent, moest iedereen vóór de zomer een scriptie inleveren over een 18e-eeuws boek dat we zelf mochten kiezen. Voor mij werd dat een boek uit de instituutsbibliotheek van de sectie Nederlands op de derde etage van het Erasmusgebouw. Signatuur: In.Ned 18 JAK 1, Gerrit van Spaan, Schermschool der huislieden, of het koddige leven der boeren (Rotterdam, 1700-1702), een schelmenroman over Louwtje van Zevenhuizen met, ontdekte ik, een concentrische verhaallijn. Het was een fotokopie van het Leidse exemplaar, dus ik mocht het boek lenen. Toen ik het cijfer voor mijn scriptie ging ophalen, vroeg Buijnsters mij of ik bij hem wilde afstuderen. En zo is het allemaal begonnen. Dat “Louwtje van Zevenhuizen” een Buismanboek was, besefte ik overigens pas in mijn vierde studiejaar.

Door Robert Arpots

Student-assistent

Met vier andere studenten volgde ik in mijn vierde jaar de doctoraalcolleges bij Buijnsters. Ik herinner me colleges over imaginaire reisverhalen, spectators, dichtgenootschappen, Wolff en Deken en over heel veel tools voor onderzoek. En natuurlijk colleges over het verhalende populaire proza in de 18e eeuw. De 18e eeuw is de “Big Bang” van de moderne roman. De belangrijkste verzamelaar van dit type boek, in de eerste helft van de 20e eeuw, was Michiel Buisman (1891-1986). 

foto van Buisman 887, exemplaar UBN OD 170 c 31

In dat vierde studiejaar werd ik student-assistent bij Buijnsters. Werkelijk een droombaan, die ik overnam van Jan Zwagemakers. Mijn belangrijkste opdracht was het noteren van vindplaatsen van 18e-eeuws populair proza, beter bekend als Buismanboekjes, in de Centrale Catalogus in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Van Buijnsters kreeg ik in november 1979 het gedrukte overzicht van de Buismanboeken in fotokopie: Populaire prozaschrijvers van 1600-1815 (Amsterdam 1960). Daarmee heb ik twee jaar lang bijna dagelijks de titels van Buismanboekjes opgezocht in de CC.

afbeelding Veilingcatalogus Buisman

Gemiste kans

Overigens is de collectie Buisman (1276 nummers) geveild bij Beijers in Utrecht, in december 1972. Het gerucht gaat dat Buijnsters aan het College van Bestuur heeft gevraagd om de collectie in z’n geheel aan te schaffen voor de universiteit. Dat verzoek is door het College afgewezen. Als het gerucht op waarheid is gebaseerd, dan heeft de universiteit destijds een wetenschappelijke buit van jewelste laten lopen, een gemiste kans waar ik als Buismanfan nog steeds de tranen van in mijn ogen krijg. De veiling had tot gevolg dat de boeken verspreid zijn geraakt, voor zover ze uiteindelijk niet in de collectie van Buijnsters zélf terecht zijn gekomen. Wat een schitterende collectie zou dat voor de UB Nijmegen zijn geweest.

Afbeelding: Buisman 1114 en 1113: C.H. Korn, De gevallen van een vry-metselaar, 1805 en 1778

In de UB Nijmegen

Mijn inventarisatie van Buismanboeken stopte in januari 1981, toen ik afstudeerde. In juni van dat jaar kwam ik bij de UB. Tot 1987 had de verwerking van de grote klooster- en schoolcollecties de hoogste prioriteit. In die collecties bleken gelukkig ook Buismanboekjes te zitten. Bijvoorbeeld in de collecties van de Redemptoristen: Buisman 1885 (OD 732 c 99), Buisman 940 (OD 691 c 96 nr.1), waarvan in de STCN alleen het Nijmeegse exemplaar bekend is. In de collectie van het Kleinseminarie Apeldoorn: Buisman 757 (OD 772 c 118) en Buisman 2053 (OD 763 c 121). Van het Albertinum verwierf de UB Buisman 549), de Julia van Feith (OD c 559) en uit de collectie van de Nijmeegse Loge St. Lodewijk kwam Buisman 1114 (OD 913 c 213), waar Buisman geen vindplaats van opgeeft! Het tweedelige werk heeft 1805 als jaar van uitgave, maar het is een titeluitgave van Buisman 1113 (OD 122 c 257) uit 1778.
Om doubletten te voorkomen, werden door de UB in die verwerkingsjaren geen oude drukken aangeschaft. Pas in 1987 kwam er budget beschikbaar voor de gerichte aanschaf van oude drukken.

foto van Buisman 1938: Het geschaakt boerinnetje 1781

Zoektocht

Ter voorbereiding van deze blog, heb ik mijn kopie van Buisman met de talloze aantekeningen uit 1979-1980 erbij gepakt en heb ik in Worldcat de collectie van de UB doorgevlooid op Buismannummers. Dat is vanzelfsprekend ondoenlijk met slechts één beschikbare week en 2798 titels. Zoeken op Buismanreferentie in de UB collectie was in het vorige catalogussysteem niet mogelijk, maar in Worldcat kan dat sinds december 2016 gelukkig wel. Helaas is het Buismannummer door Nederlandse bibliotheken aan de meeste beschrijvingen niet toegevoegd. Het gevolg is ouderwets en tijdrovend titelwoorden zoeken in een supermodern systeem. Desondanks leverde een beperkt gedeelte van Buismans catalogus al 136 Buismannummers op in de bijzondere collecties van de UB, maar het moeten er dus veel meer zijn! Mij lijkt het een droomproject om alle titels van Buismans catalogus in RUQuest op te zoeken en de gevonden beschrijvingen te verrijken met de bijbehorende referentie. Dat zou voor het onderzoek naar en het onderwijs in 18e- en 19e-eeuws populair proza een uitkomst zijn.

Buisman 1576: Leerryke verhaalen 1786

Het vroegste bezit

Zelfs voor mij, als oud-conservator, was een van de verrassendste resultaten van mijn zeer beperkte zoektocht, dat de UB al in haar beginjaren een mooi aantal Buismanboekjes door schenking heeft verworven. Al in de derde kast treft men een Buismanboekje aan: Leerryke verhaalen en zamenspraaken door A.G. Meiszner, Haarlem 1786-1795 (OD 3 c 113, Buisman 1576); zonder enige twijfel een schenking in 1923. HoeweI in Buisman twee vindplaatsen worden opgegeven (KB en UBA), zit het met de edities wat ingewikkelder in elkaar. Volgens de STCN is het Nijmeegse exemplaar het enig bekende van deze editie! Het toont meteen aan dat bij een eventueel Buismanproject niet alleen de Buismannummers moeten worden toegevoegd, maar dat ook elk gevonden exemplaar vergeleken moet worden met de STCN-vingerafdruk om eventuele verschillende edities van elkaar te kunnen onderscheiden.
Andere vroege schenkingen waren OD 22 c 54 (Buisman 2186), L. Sterne, Het leven en de gevoelens van Tristram Shandy, Amsterdam 1779 en OD 81 c 143 (Buisman 1670), De Fransche spion (Harlingen 1781); OD 147 c 116 (Buisman 1938), Het geschaakt boerinnetje, of de deugdzame Lucile (Den Haag 1781), waarvan maar drie exemplaren bekend zijn; OD 167 c 154 (Buisman 1557), Belisarius naar het Fransche van den heere Marmontel, 2e druk, Amsterdam 1768; OD 170 c 96 (Buisman 784), N. Heinsius, Den vermakelyken avanturier, 2e druk, (Amsterdam 1703), waarvan maar twee complete exemplaren bekend zijn (KB en UBN) en waar schitterende liefdesverhalen in staan.
De annotatie “niet bij Buisman” is, heb ik al vroeg van Buijnsters geleerd, van groot belang voor onderzoek! Dat geldt bijvoorbeeld voor het allereerste Buismanboekje dat de UB in 1923 als schenking ontving. Het staat in kast 2 (OD 2 c 227): Anthony Gavin, Historie van de bedriegerijen der priesters en monniken in Spanje. Buisman 616 en 617 (OD c 2226) zijn uitgaven van 1727-1728. Het UB exemplaar is echter een editie uit 1732, die niet bij Buisman staat vermeld! En zo zijn er meer in de UB!
Hoogst opmerkelijk is OD TBI 39 c 20: Historie van den heer William Harrington, volgens de beschrijving uitgegeven in 1773. Buisman 842 geeft dezelfde titel, vier delen, met jaar van uitgave 1772. Beide exemplaren zijn uitgegeven in Amsterdam bij S.J. Baalde, met gravures van Simon Fokke (1712-1784). Maar het UB-exemplaar bestaat alleen uit dl.3-4. Buisman 842 geef geen enkele vindplaats. In de Leydse courant is te lezen dat deel 1-2 op van 16 december 1772 werden gepubliceerd door uitgever Baalde. Deel 4 verscheen op 11 december 1773. De enige mogelijke conclusie is dat de jaren van uitgave bij Buisman 1772-1773 moeten zijn en dat TBI OD 39 c 20 simpelweg de twee laatste delen zijn van Buisman 842. Het is, in Nederland, in ieder geval het enig bekende exemplaar! Blijft natuurlijk de vraag waar dl.1-2 zich bevinden.

Buisman 980: Julia van Waldek 1815. Exemplaar KB Den Haag

19e eeuw

Buismanboekjes zijn óók 19e-eeuwse romans, zoals Buisman 980, Julia van Waldek, een Nederlandsche familie-geschiedenis (Amsterdam 1815). Het UB-exemplaar (NE 75 c 74) behoort alweer tot de vroege schenkingen en is een van twee enige bekende exemplaren in Nederland, wat ook al in 1979 het geval was toen ik voor Buijnsters de Centrale Catalogus doorvlooide op Buismanboekjes! Het andere exemplaar bevindt zich in de KB Den Haag. Het laat duidelijk zien hoe zeldzaam Buismanboekjes zijn, als de stand van zaken na veertig jaar nog niet veranderd is.

Buisman 1768: Gerrit Paape, Mijne vrolijke wijsbegeerte, 1792

Verworven door Buijnsters?

Het moet haast wel dat Buijnsters oude drukken heeft aangeschaft voor de bibliotheek van het Instituut Nederlands, met daaronder ongetwijfeld Buismanboekjes. De oude drukken van de instituutsbibliotheek zijn in 1980 overgeplaatst naar de UB. Men herkent ze nog altijd aan de overweldigende hoeveelheid gekleurde stickers op de ruggen. Het aankoopregister bestaat helaas niet meer en daardoor is het niet mogelijk na te gaan welke Buismanboeken Buijnsters voor de universiteit heeft verworven op veilingen of bij antiquariaten. Maar Buisman 1768, Gerrit Paape, Mijne vrolijke wijsbegeerte, Dordrecht 1792 (signatuur OD 286 c 208), is hoogstwaarschijnlijk door Buijnsters in de UB terecht gekomen. Dat kan ook gelden voor de in 1984 aangeschafte Buismanboekjes Buisman 1184 (Cleopatre, Amsterdam 1742), Buisman 1538 (Eenen Turkschen spion, 1710-1720) en Buisman 200 (Boekzaal der heeren en dames, 1762-1765).

Buisman 284 en Buisman 732: handtekening van Michiel Buisman

Van Buisman zélf!

De UB bezit gelukkig ook Buismanboekjes uit de collectie van Buisman zélf, ten minste vier stuks:
*Buisman 8, J. Adolphus, Geschiedenis der hedendaagsche duivels, Nijmegen 1764 (OD 122 c 250). Met handtekening van Buisman, gedateerd 29-12-1928.
*Buisman 284, C.F. Bretzner, Het leven van een lichtmis, Den Haag 1789-1791 (OD 287 c 161). Met handtekening van Buisman, gedateerd 21-1-1933. Deze laatste is aangekocht in 1984, dus vermoedelijk door Piet Buijnsters zelf en meteen geplaatst in de UB.
*Buisman 732, R. Graves, De geestelyke Don Quichot, Den Haag 1798-1799 (OD 809 c 17), met handtekening en datering 17 oktober 1931.
*Buisman 519, K. Elzevier, Arkadia of vermakelyke uitspanningen, 2e druk, Rotterdam [ca.1740]. Gesigneerd M. Buisman, 2-4-1932.

Buisman 2271: Tydkorting of magazyn der heeren

Curieuze gevallen

Een uiterst bijzondere kwestie betreft OD 211 c 31. De titel daarvan is Tydkorting of magazyn der heeren, Middelburg (J. van de Sande), 1766. Buisman 2271 geeft dezelfde titel maar mét lidwoord: De tydkorting of magazyn der heeren, Amsterdam (M. de Bruyn), 1766. De ondertitels van beide werken verschillen marginaal. Buisman geeft geen vindplaats en OD 211 c 31 is het enige bekende exemplaar (cf. STCN). Mij lijkt het hoogst aannemelijk dat Buisman 2271 en OD 211 c 31 hetzelfde werk zijn. De vroegste uitgave van Martinus de Bruyn dateert van 1769. De vroegste uitgave van Jeroen van de Sande dateert van 1763. Bovendien verscheen het werk in afleveringen, en de uitgever meldt in het voorwoord van dl.1, dat hij de titel op het titelblad gewijzigd heeft na afl.2.
Nóg zo’n geval betreft OD 246 c 55 én OD 680 c 74 nr.2, beide identieke edities van De schyndeugd op het tweede schavot, beide uitgegeven in Zierikzee, bij L. van Zwymvoeren in 1767. Bij Buisman, 2340 én 2341 komt deze editie niet voor. Buisman noemt wel een uitgave uit 1767, maar die is in Emmerik verschenen bij Klaas Kleuter en het betreft alleen dl.2. Niet in Buisman, dus!

Buisman 1642: gedenkwaardige locatie, Gasthuisstraat in Doesburg

De allermooiste

Maar voor mij blijft de allermooiste aankoop natuurlijk Buisman 1642. Oude drukken had ik als conservator altijd alleen gekocht bij antiquariaten (De Graaf, Van der Steur, Kool) en op veilingen (Beijers, Van Gendt, Van Stockum, Burgersdijk & Niermans, Bubb Kuyper). Totdat Eefje Roodenburg, de toenmalige gastconservator, mij vroeg of ik mee wilde naar de boekenmarkt van Doesburg, op zondag 16 mei 2015. Met boeken is het altijd genieten, maar die dag motregende het en het was erg koud en de verkleumde lijven snakten naar een lunch in de warmte van De Waag. Bij de allerlaatste kraam, in de Gasthuisstraat naast het laatste raam van De Waag, zagen we de enige twee oude drukken van de boekenmarkt, waarvan de ene onmiskenbaar met een typische Buismantitel: Carolina van Lichtfield (Leiden 1788). Maar ja, boekenmarkt, dus ik aarzelde, maar na vier wijze woorden van collega Roodenburg, was de koop gesloten. Toen we de volgende dag in de UB Buismans Populaire prozaschrijvers raadpleegden, bleek dat wij voor de Bijzondere Collecties niet alleen een echt Buismanboek hadden verworven, maar dat het ook nog het enig bekende exemplaar ter wereld was. Het gevoel van euforie op dat moment, is gewoon niet te beschrijven!

Epiloog

Rest mij nog te melden dat ik als conservator ten minste 36 Buismanboekjes voor de UB heb kunnen verwerven. “Mijn” laatste Buismanboekjes kocht ik in mei 2017, waaronder, bij Bubb Kuyper, eindelijk, Buisman 71: De Middelburgsche avanturier, of Het leven van een burger persoon (Amsterdam 1760).
De traditie wordt voortgezet door conservator Eefje Roodenburg. In 2018 verwierf zij bijvoorbeeld Buisman 617: A. Gavin, Historie van de bedriegeryen der priesters, en monniken in Spanjen (Amsterdam 1727), veiling Bubb Kuyper, juni 2018 (OD c 2226) en Buisman 703: I.H. Glazemaker, Toonneel der werreltsche veranderingen, door deftige, vermakelijke en ware geschiedenissen afgebeelt (Amsterdam 1648), veiling Zwiggelaar, juni 2018 (OD c 2222).

Contactinformatie

Organisatieonderdeel
Radboud Erfgoed