Lokale overheden zijn verplicht om extra investeringen in klimaatbestendige openbare infrastructuur mogelijk te maken, zoals waterdoorlatende bestrating, scheiding van regen- en rioolwater, toepassing van groen en bomen, wateropslag en -retentie, verbeterde afwaterings- en graderingsplannen en zelfs grote infrastructuur zoals zeeweringen. Zij erkennen dat dit nodig is, maar elke nieuwe investering vormt – in tijden van financiële stress – een aanzienlijke uitdaging. Erwin van der Krabben, hoogleraar Planologie, heeft daarom samen met Alex Lord en James H. Spencer onderzocht wat de bereidheid is van private vastgoedontwikkelaars om bij te dragen aan stedelijke klimaatadaptatie in kwetsbare kustgebieden: Charleston, Liverpool en Rotterdam.
In het onderzoek kwam naar voren dat private ontwikkelaars openstaan om maatregelen te nemen maar dat ze ook hun bezorgdheid uiten. Ze twijfelen aan de noodzaak van klimaatadaptatie vanwege onduidelijk beleid, gebrek aan bewijs voor waardestijging van onroerend goed en een voorkeur voor mitigatie boven adaptatie.
Van der Krabben, Lord en Spencer stellen daarom aan lokale overheden voor om een duidelijke klimaatstrategie te ontwikkelen en bijdragen van ontwikkelaars ‘voorspelbaar’ te maken. Daarnaast adviseren zij om bewijs te leveren van succesvolle klimaatadaptatiemaatregelen en het effect daarvan op zowel de vermindering van klimaatrisico's als op de waarde van onroerend goed.
Geïnteresseerd in het onderzoek? Klik dan hier.