Groot historisch onderzoek naar infectieziekten van start

Deze maand gaat een nieuw onderzoeksproject van start naar de geschiedenis van infectieziekten in Nederland. Op basis van een bijzondere historische bron waarin de doodsoorzaken van alle Amsterdammers tussen 1854 tot 1940 geregistreerd staan willen de onderzoekers meer inzicht  krijgen in hoe de invloed van infectieziekten op onze levensverwachting in de loop van de negentiende en twintigste eeuw langzaam verdween. Het project staat onder leiding van historisch demograaf Angélique Janssens van de Radboud Universiteit en epidemioloog Jacco Wallinga van het LUMC.

‘Ik heb het gevoel alsof ik momenteel in mijn eigen historische onderzoek leef’, zegt historisch demograaf Angélique Janssens verwijzend naar de huidige coronacrisis. Deze maand start ze een nieuw onderzoeksproject naar de geschiedenis van infectieziekten in Nederland, zoals cholera, tuberculose of de Spaanse griep.

Groot historisch onderzoek naar infectieziekten van start
Oudezijds Achterburgwal, Amsterdam, circa 1894. Foto: George Hendrik Breitner.

Daling doden door infectieziekten

Janssens: ‘In het project gaan we kijken hoe de sterftedaling vanaf halverwege de negentiende eeuw tot 1940 is verlopen. Die daling is grotendeels te verklaren door het langzaam afnemen van het aantal doden als gevolg van infectieziektes. Maar we willen weten hoe die daling precies tot stand kwam.’

Grofweg is bekend dat in de negentiende eeuw een betere hygiëne en meer welvaart het sterftecijfer drukte. En vanaf de jaren 50 van de twintigste eeuw zorgden vaccinaties voor een betere bescherming tegen infectieziekten. ‘Maar hoe het echt zit en hoe het verloop was weten we niet.’

Cholera

Afgezien van de Spaanse griep was de cholera-epidemie van 1866 de laatste echte grote pandemie in Nederland. ‘Een hele nare ziekte. Bij cholera kon je ’s ochtends gezond de deur uitgaan en ’s avonds doodziek sterven. Mensen liepen letterlijk in een paar uur volledig leeg.’ Het was ook niet duidelijk hoe cholera zich verspreidde. ‘Later bleek dat het kwam via besmet water met uitwerpselen van cholerapatiënten’.

In de onbekendheid van deze ziekte ziet Janssens een parallel met nu. ‘Het is het gebrek aan kennis over de ziekte dat angst aanjaagt. Nu zijn er ook allerlei vragen rond corona die we niet kunnen beantwoorden. Waarom sterven vooral oudere mensen, of meer mannen dan vrouwen, of vooral mensen met obesitas? Voor mij is het leerzaam om me te verplaatsen in dat verleden: je leert hoe bang je voor een infectieziekte kunt zijn, hoe het je confronteert met je eigen sterfelijkheid en ook hoe de buitenwereld daardoor vijandig kan lijken.’

Doodsoorzakenregister

Voor het project zullen de onderzoekers gebruik maken van een bijzondere bron. In het onlangs afgeronde project ‘Amsterdamse Doodsoorzaken 1854-1940’ bracht Janssens met behulp van honderden vrijwilligers alle doodsoorzaken in kaart van bijna 700 duizend Amsterdammers die in die periode stierven. Op basis van deze cijfers kan nu verder onderzoek gedaan worden naar infectieziekten.

Het project is een bijzondere samenwerking tussen de historische en de medische wetenschap. Jacco Wallinga, werkzaam bij het LUCM en de belangrijkste rekenmeester van het RIVM,  zorgt daarbij voor inzicht in het gedrag van de ziektes.  ‘Ik als historicus weet niet hoe virussen zich gedragen of waarom virussen soms over hun piek zijn, maar een epidemioloog zoals Jacco heeft daar veel verstand. We kunnen veel van elkaar leren.’

De eerste resultaten worden verwacht binnen een jaar na de start. De onderzoekers hopen dan duidelijke uitspraken te kunnen doen over welke infectieziektes verantwoordelijk waren voor de daling van de sterfte. Daarna gaan ze op zoek naar de drijvende factoren achter die daling.

Het project ‘De last van infectieziekten. Sterfte van kinderen en volwassenen door infectieziekten in Amsterdam, 1854-1940’ is gefinancieerd met een ‘NWO Open competitie-subsidie’.

Meer weten? Neem contact op met