‘Voor bepaalde groepen ondernemers, bijvoorbeeld vrouwen of mensen met een migratieachtergrond, zijn er minder mogelijkheden’, vertelt Caroline Essers. Denk aan moeilijkheden om financiering te krijgen, maar ook aan verminderde toegang tot netwerken van kennis en zakenpartners. ‘Dit heeft te maken met het feit dat de ecosystemen met haar verschillende praktijken, alsook het discourse ten aanzien van een succesvol ondernemer, nog teveel gericht is op een witte man van middelbare leeftijd.’
Blinde vlek
Die (onbewuste) vooroordelen over wie wel en geen ondernemer is en kan zijn, speelt bepaalde groepen die ondernemen parten. Personen die onder meer door hun geslacht, nationaliteit, religie of een combinatie van deze factoren niet voor vol worden aangezien als ondernemer. Dit gebeurt onder meer wanneer ze financiering willen aanvragen om een bedrijf op te zetten of te laten groeien, noemt Essers. ‘Zo hanteren beoordelingscommissies voor financiering nog altijd andere maatstaven voor mannen dan voor vrouwen.
Zo was er enkele jaren in de Verenigde Staten een experiment waarbij een man en een vrouw exact hetzelfde plan indienden en vervolgens heel andere vragen kregen over dat plan; mannen meer vanuit een groeiperspectief, vrouwen meer vanuit een behoudend perspectief. Hoewel 38 procent van de Nederlandse ondernemers vrouw is, gaat maar 10 procent van alle financiële producten en slechts 0,7 procent van al het groeikapitaal naar vrouwelijke ondernemers.’
Het is niet per se kwade wil bij financieringscommissies, soms is er eerder sprake van een blinde vlek. ‘De leden in commissies lijken nog te veel op elkaar en ze zijn daarom niet altijd even goed in staat om bepaalde plannen op waarde te schatten’, vertelt Essers. ‘Een meer diverse samenstelling van financieringscommissies kan onder andere zorgen voor een inclusiever beoordelingsbeleid.’
Kansen zien en grijpen
Dat bepaalde ondernemers door een of meerdere persoonskenmerken minder ruimte krijgen, betekent niet dat ze bij de pakken neer gaan zitten. Integendeel: ‘Het is ondernemers eigen om kansen te zien en te grijpen’, benadrukt Essers. ‘Door hun positie in de samenleving of door eerdere negatieve ervaringen zijn ze soms juist beter in staat om bepaalde behoeftes in de markt te herkennen en op basis daarvan hun onderneming te starten.’
Essers noemt een aantal voorbeelden. Een bureau voor arbeidsmarktintegratie, een rijschool met enkel vrouwelijke instructeurs alleen voor vrouwen, een beautysalon voor moslima’s of een makelaarskantoor dat zich in eerste instantie richt op mensen met een Turkse of Poolse achtergrond. ‘Naar bepaalde ideeën wordt soms meewarig gekeken door wat meer mainstream ondernemers, maar in praktijk is er grote vraag naar dit soort producten en diensten. En dat biedt dus ook veel economische kansen.’
Als het aan Essers ligt krijgen dit soort initiatieven nog veel meer ruimte om tot bloei te komen. Niet alleen als wetenschapper, maar ook als raadslid van Code-V, een initiatief dat zich richt op het stimuleren van vrouwelijk ondernemerschap en met name de toegang tot financiering voor onderneemsters met een groeiambitie, zet ze zich in voor een eerlijke en inclusiever ondernemersklimaat. ‘Het is niet alleen mijn werk, maar ook mijn passie om eraan bij te dragen dat bepaalde ondernemers meer waardering krijgen en minder worden buitengesloten, en zo mede te zorgen voor een eerlijker ondernemersklimaat.’
Foto via Unsplash