Wereldwijd is er onder literatuurwetenschappers discussie over: is de roman, sinds het ontstaan ervan in de achttiende eeuw, hét medium bij uitstek dat sociale veranderingen teweeg heeft gebracht? Literatuurwetenschappers die deze theorie aanhangen, wijzen daarbij bijvoorbeeld op de vorming van burgerrechten en de afschaffing van de slavernij. ‘Grote uitspraken’, reageert Smeets. ‘Het is een gangbaar idee dat romans maatschappelijke veranderingen in gang kunnen zetten. Ze stellen je honderden pagina’s lang in staat om je in personages te verplaatsen, óók in personages die wellicht verder van je afstaan. Daarmee kunnen romans je nieuwe empathische inzichten geven en mogelijk sociale bewegingen tot stand brengen. Maar anderzijds: zijn romans werkelijkheidsvormend? Of reflecteren ze enkel wat er in de samenleving speelt? Het is hoe dan ook enorm waardevol en interessant om deze vraag te onderzoeken.’


Hoe Nederlandse romans de maatschappij beïnvloeden en andersom
Spiegelen fictieve verhalen de maatschappelijke werkelijkheid? Of ontstaan er juist door fictie nieuwe werkelijkheden? Radboud-literatuuronderzoeker Roel Smeets hoopt daar met behulp van een computergestuurde analyse en een toegekende Veni-beurs antwoord op te vinden. ‘De kracht van verhalen kan niet onderschat worden.’

Modellen en algoritmes
Smeets richt zich met zijn onderzoek op een specifieke sociale ontwikkeling in de Nederlandse samenleving: de emancipatie van vrouwen. Zijn focus ligt op hoe romans vanaf de late negentiende eeuw tot vandaag de dag die emancipatie verbeeldden en misschien zelfs stimuleerden. ‘Daarbij combineer ik twee dimensies’, legt hij uit. ‘Allereerst richt ik me op de literaire beschrijvingen van gender door de tijd heen. En daarnaast kijk ik naar de veranderende positie van vrouwen in de Nederlandse samenleving.’
Smeets gebruikt daarvoor computergestuurde analyses. Deze past hij toe op honderden Nederlandse romans die gedigitaliseerd zijn. ‘Dit betekent dat ik op die romans allerlei zelfontwikkelde modellen en algoritmes loslaat om daaruit relevante aspecten te filteren. Zo richt ik me allereerst op het lokaliseren van personages en het achterhalen van hun gender. Vervolgens breng ik handmatig hun beroep en demografische kenmerken in kaart, net als het taalgebruik rondom die personages, zoals welke bijvoeglijke naamwoorden er voor hen gebruikt worden. Verder maak ik van elke roman een sociaal netwerk, waarin te zien is hoe de personages zich tot elkaar verhouden. Zo ontstaat een beeld van wie van hen macht heeft en invloedrijk is.’

Variabelen en tijdvakken
Die gegevens samen zorgen per roman voor een analyse. Smeets vertelt dat hij alle analyses vervolgens naast elkaar legt en deze op basis van verschillende variabelen met elkaar vergelijkt. ‘Denk onder andere aan de vraag of er verschillen bestaan tussen romans van mannelijke en vrouwelijke schrijvers. Verder is het interessant in welke tijd de roman geschreven is. Ik verdeel de romans over zeven tijdvakken van dertig jaar, in de periode van eind negentiende eeuw tot nu.’
Volgens Smeets bevat elk tijdvak ongeveer 150 tot 300 romans die voor die specifieke periode representatief zijn. ‘De start van het eerste tijdvak, rondom het einde van de negentiende eeuw, is vlak voor de eerste feministische golf. In totaal hebben er in de gehele tijdsperiode vier feministische golven plaatsgevonden: eind negentiende eeuw, in de jaren zestig tot en met de jaren tachtig van de vorige eeuw, daarna in de jaren negentig en volgens sommige geleerden zijn we inmiddels in de vierde golf aanbeland. Ze zijn alle vier belangrijk voor de vrouwenemancipatie van toen en nu. In dit onderzoek bekijk ik in hoeverre de beschrijving van mannelijkheid en vrouwelijkheid door die tijd heen veranderd is en hoe deze met de vier feministische golven samenhangt. Daarbij richt ik me alleen op parallellen en dus niet of er causale verbanden zijn. Dit is belangrijk om te weten: de kracht van verhalen kan niet onderschat worden.’
Voor de uitvoering van zijn onderzoek heeft Smeets van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een zogeheten Veni-beurs toegewezen gekregen. Deze beurs, bedoeld voor jonge excellente onderzoekers die onlangs gepromoveerd zijn, stelt hem de komende vier jaar in staat om zijn onderzoekideeën verder te ontwikkelen. ‘Een mooie stimulering, de toekenning van de Veni-beurs geeft aan dat er veel belang aan mijn onderzoek wordt gehecht’, legt Smeets uit. ‘Uiteindelijk wil ik mijn onderzoeksresultaten vertalen naar formats om in bijvoorbeeld bibliotheken en op middelbare scholen het gesprek te voeren over wat het progressieve of conservatieve karakter is van literatuur. De afgelopen jaren zijn er verhitte discussies ontstaan over de representatie en stereotyperingen in romans uit het verleden. Met de te ontwikkelen formats hoop ik de gesprekken daarover uit de gepolariseerde sfeer te trekken. Dit omdat je veel van romans kunt leren, ze kunnen bijdragen aan meer begrip voor elkaar en dus aan een betere wereld.’
Contactinformatie
- Organisatieonderdeel
- Radboud Institute for Culture and History, Faculteit der Letteren
- Thema
- Diversiteit, Geschiedenis, Kunst & Cultuur