Een groot deel van West-Europa associeert islam op een negatieve manier met politiek. Vooroordelen als ‘islam is anti-democratisch' of ‘islam is een bedreiging voor liberale ideeën’ voeren de overhand. Het gebrek aan wetenschappelijk onderzoek vergroot het risico op ongegronde aannames alleen maar meer. Hier willen sociologen en Radboud onderzoekers Rachel Kollar en Niels Spierings verandering in brengen.
Politieke participatie
Kollar en Spierings onderzoeken samen met hun collega's hoe religie bij moslims in West-Europa een rol speelt in het wel of niet gaan stemmen tijdens verkiezingen. Door middel van deze studie hopen ze een genuanceerder beeld van islam als religie te kunnen schetsen. Bijna 8000 moslims uit 17 verschillende Europese landen zijn bevraagd over hun politieke participatie. Hierbij is er in het bijzonder gekeken naar de frequentie van privé-gebed, moskeegang, en religieuze identificatie. Wat blijkt? Voor de moslims wiens ouders naar Nederland verhuisden lijkt het bidden in privésfeer een positief effect te hebben op de politieke participatie. Dit was voor de groep die zelf migreerden nog niet het geval. Wat zegt dit ons over islam als religie?
Religie bestaat uit meerdere bouwstenen
‘Het is ten eerste belangrijk dat we inzien dat islam uit meerdere bouwstenen bestaat’, zegt Kollar. ‘Deze bouwstenen maken deel uit van de religie als geheel, maar moslims kunnen ze ook afzonderlijk praktiseren’. Ze geeft als voorbeeld: ‘Iemand die vaak in privésfeer bidt en gelovig is, hoeft zich dus niet per sé volledig te identificeren als moslim en andersom.’
Spierings vult aan: ‘Voor de moslims die naar Nederland migreerden was religie vooral een gewoonte en een groepskenmerk. Het hing sterk samen met het bouwen van een netwerk in een nieuw land, het samenkomen, en het uitwisselen van informatie. Bidden was daarbij iets dat je ook uit gewoonte deed. We zien bij deze generatie nog geen verband tussen de mate van ‘religieus zijn’ en het stemgedrag tijdens verkiezingen. Wel toont eerder onderzoek aan dat ze beduidend minder stemmen dan de rest van de bevolking in Europese landen: 83% van de Nederlandse bevolking zei te hebben gestemd. Onder de Nederlandse moslims in die data was dat maar 60%’.
De definitie van religie is altijd in ontwikkeling
'Voor de kinderen van migranten vonden we ook geen samenhang tussen moskeegang en stemgedrag, maar wel dat moslims die vaker in de privésfeer bidden meer geneigd zijn om te gaan stemmen’, zegt Kollar. Kollar en Spierings tonen daarmee aan dat het belangrijk is om te weten naar welk aspect van religie je kijkt, en naar welke groep gelovigen.
Kollar concludeert: ‘dit onderzoek suggereert dat de beleving van religie voor de kinderen van migranten een grotere rol speelt bij de beslissing om te gaan stemmen dan voorheen. Een verklaring voor deze politieke activatie kan zijn dat in Europa opgegroeide moslims een persoonlijkere relatie met Allah hebben gekregen. Vanuit deze persoonlijkere religieuze betrokkenheid zijn ze meer bezig met de maatschappij en de behoeften van anderen. Om deze hypothese uit te diepen is er echter meer onderzoek nodig en dat gaan we in een groter onderzoek oppakken.’
Op weg naar meer nuance
Spierings noemt het inzicht ‘essentieel voor het debat over islam in Europa en ook Nederland. Als we willen begrijpen waarom moslims in de maatschappij afhaken, of als we willen zorgen dat moslims zich meer onderdeel van de samenleving voelen, moet je de vinger op de zere plek kunnen leggen.’
Door te begrijpen hoe moslims politiek participeren, kunnen we de factoren identificeren die leiden tot betrokkenheid of juist afzijdigheid. Het nuanceren van de West-Europese beeldvorming van islam is hierbij essentieel om moslims zich thuis te laten voelen en een inclusievere samenleving na te streven.
Dit artikel is gebaseerd op een samenwerking tussen Radboud onderzoekers Rachel Kollar, Nella Geurts en Niels Spierings. De onderliggende publicatie verschijnt binnenkort op de website van de European Political Science Review. Het is onderdeel van een groter NWO Vidi onderzoeksproject (VI.Vidi.191.023): Is Islamic religiosity a friend or foe of democracy and emancipation?