De juridische en politieke staatsmachten horen onafhankelijk van elkaar te opereren, maar ruim honderd jaar geleden kende Nederland een opmerkelijke botsing tussen de twee, legt Jansen uit. In 1901 besloot de regering het Hooggerechtshof van Nederlands-Indië, de hoogste juridische autoriteit van de kolonie, vergelijkbaar met de Hoge Raad der Nederlanden, te ontbinden. Nog dezelfde dag werd het hof heropgericht, maar in afgeslankte vorm, met enkele rechters ontslagen en het aantal taken en verantwoordelijkheden beperkt.
Hoge werkdruk, of te vooruitstrevend?
Het Hooggerechtshof van Nederlands-Indië had een opmerkelijke rol: het moest toezien op alle rechterlijke uitspraken in de kolonie, en las daarvoor letterlijk al die uitspraken, omdat het niveau van de lagere gerechtshoven voor de Indonesische bevolking te laag werd geacht. ‘Dat leidde tot rechterlijke dwalingen, zaken die volledig opnieuw behandeld moesten worden door het Hooggerechtshof, en dus een consistent hoge werkdruk en lange wachttijden.’ Door het Hooggerechtshof te ontbinden en hervormen, en meer budget en verantwoordelijkheid bij de lagere rechtbanken te beleggen, hoopte de regering in Nederland de kwaliteit van de rechtspraak te verbeteren.
Andere bronnen suggereren echter dat er meer aan de hand was, zo merkt Jansen op. ‘Het was mogelijk ook een manier om een wat te vooruitstrevend gerechtshof buiten spel te zetten. Er zaten hele vocale rechters in, die zich bekommerden om de rechtspositie van de mensen die juridisch ‘inlanders’ heetten. Dat viel niet altijd goed in de Tweede Kamer, waar sommige uitspraken openlijk besproken en gerecenseerd werden. De rechtspraak in Nederlands-Indië kwam regelmatig niet overeen met de visie van de Tweede Kamer, dat was wel duidelijk. De kolonie had zich maar te voegen naar de wensen en gedachtes van het moederland, zo was de gedachte.’
Welke van deze redenen doorslaggevend was in de beslissing om het Hooggerechtshof te ontbinden, is moeilijk te achterhalen. De archieven van het Hooggerechtshof in voormalig Nederlands-Indië zijn opgegeten door witte mieren, waardoor Jansen zich moest baseren op parlementaire stukken, tijdschriftbijdragen en krantenartikelen uit deze periode.
Risico's blijven aanwezig: waakzaamheid gepast?
Dat politiek Den Haag overging tot het ontbinden van een onafhankelijk gerechtshof in Indië, mag volgens Jansen al opmerkelijk genoemd worden. Grondwettelijk was er destijds niets dat deze politieke ingreep kon voorkomen. Maar volgens Jansen is het des te opmerkelijker dat er ruim honderd jaar later nog steeds geen (grond)wettelijke regeling is rondom het ontbinden van rechtscolleges. ‘Een rechter zomaar ontslaan is niet mogelijk, maar een gerechtshof kan nog steeds ontbonden worden. Een rechter blijft dan wel benoemd, maar kan dan geen werk meer toegewezen krijgen.’
‘Ook nu nog kan een rechtscollege ontbonden worden als een meerderheid in politiek Den Haag dat wenst. Dat is zorgelijk, en als je kijkt naar de ontwikkelingen in bijvoorbeeld Polen, Hongarije en de Verenigde Staten ook zeker geen onrealistische zorg. In die landen kozen politici in verschillende lagen van de overheid er ook voor om kritische rechters aan de kant te zetten. Waakzaamheid is geen overbodige luxe, dus het zou verstandig zijn als de Nederlandse wetgever een serieuze waarborg optuigt tegen zo'n ‘chicane’ met de rechterlijke macht.’