Na het maken van de tekening, beantwoordden de kinderen enkele vragen over wat ze op hun favoriete plek doen, waarom het hun favoriete plek is en of ze daar ook zonder begeleiding van volwassenen komen. Tot slot analyseerden de kinderen zelf hun tekeningen: was wat ze getekend hadden bijvoorbeeld natuurlijke natuur, mensgemaakte natuur, of een mensgemaakt ding? Onderzoekers Bernadette van Heel, Riyan van den Born en Noelle Aarts bestudeerden de tekeningen om een beter beeld te krijgen welke rol natuur speelt in deze buitenspeelplekken.
‘Laat kinderen vaker zelfstandig in de natuur spelen’
Buitenspeelplekken voor kinderen bevinden zich steeds vaker in de bebouwde omgeving en zien er vaak grijs uit, met weinig natuur of natuurlijke elementen. Maar juist voor buitenspeelplekken waar kinderen hun energie kwijt kunnen kan natuur iets toevoegen. Dat zagen onderzoekers van de Radboud Universiteit in een studie waarbij ruim 1500 basisschoolleerlingen hun favoriete buitenspeelplek hebben getekend en geanalyseerd. Ze publiceerden hun conclusies afgelopen week in het tijdschrift Children’s Geographies.
Zonder ouders
Gemiddeld was het aandeel groene elementen op de tekeningen iets hoger dan mensgemaakte dingen. Maar die groene elementen waren vooral ondergronden zoals gras of zand in speeltuinen. Slechts een hele kleine groep kinderen tekende een stuk natuur, zoals een bos. De getekende plekken met in verhouding meer natuurlijke natuur waren doorgaans plekken waar kinderen alleen met een volwassenen mochten komen. ‘Dat is jammer, want we zien dat 90% van de kinderen juist een favoriete plek kozen waar ze zonder volwassenen heen mogen, waar ze ongestoord hun energie kwijt konden. Daarom zeggen wij: maak natuurlijke plekken mogelijk waar kinderen zelfstandig mogen spelen’, aldus Bernadette van Heel.
‘Helaas, de stedelijkheid van deze tekeningen lijkt in lijn met andere onderzoeken die laten zien dat kinderen steeds minder in de natuur zijn’, vertelt Van Heel. ‘Dit komt niet alleen doordat kinderen drukker zijn en dus minder buitenspelen, maar ook doordat natuur of natuurlijke elementen voor veel kinderen te ver weg zijn. Kinderen komen steeds meer op door mensen aangelegde aangeharkte plekken in stedelijk gebied.’
Lagere standaarden
Alledaagse ervaringen met natuur zijn belangrijk, zowel voor het welzijn en de vaardigheden van een kind, maar ook voor het ontwikkelen van een band met natuur. En die band lijkt op latere leeftijd belangrijk te zijn voor mensen om zich in te zetten voor de natuur.
‘Er is sprake van een “geheugenverlies”: wat in onze generatie normaal is qua natuur, gaan we als de standaard zien, terwijl eerdere generaties waarschijnlijk natuur gewend zijn met bijvoorbeeld een grotere biodiversiteit. Als we ons niet bewust zijn van dit fenomeen, worden onze standaarden voor wat natuur is steeds lager. Hetzelfde kan gebeuren met wat we de norm vinden voor buitenspeelplekken’
De tekeningen zijn gemaakt tijdens ‘Alle scholen verzamelen’, de citizen science dag voor basisschoolleerlingen die jaarlijks wordt georganiseerd door de nationale wetenschapsknooppunten.
Publicatie:
'Everyday childhood nature experiences in an era of urbanisation: an analysis of Dutch children’s drawings of their favourite place to play outdoors', B. F. Van Heel, R. J. G. van den Born & M. N. C. Aarts, Children's Geographies. DOI: 10.1080/14733285.2022.2071600
Contactinformatie
Journalist? Neem direct contact op met Bernadette van Heel of met Persvoorlichting & Wetenschapscommunicatie via 024 361 6000 of media [at] ru.nl (media[at]ru[dot]nl).
- Organisatieonderdeel
- Institute for Science in Society
- Thema
- Natuur, Opvoeding