Regelmatig duikt het verhaal op dat Nederlandse leerlingen helemaal niet zitten te wachten op literatuurlessen op de middelbare school. Toch blijkt uit recent onderzoek van Jeroen Dera (onderzoeker bij RICH aan de Radboud Universiteit) dat de meeste bovenbouwleerlingen havo/vwo het verplicht lezen van literatuur juist gerechtvaardigd vinden. De motivatie daarvoor is echter opvallend eenzijdig: leerlingen zien literatuur vooral als middel om taalvaardigheid, concentratie en algemene leesvaardigheid te verbeteren.
Onderzoek onder havo- en vwo-leerlingen
Voor het onderzoek, dat deel uitmaakt van Dera's Veni-project Uses of literature in the classroom, vulden 1641 havo- en vwo-leerlingen een vragenlijst in over de relevantie die zij zien in het lezen van literatuur, zowel op school als in hun vrije tijd. De resultaten laten zien dat de leerlingen in de schoolse context sterk gericht zijn op kwalificatie: literair lezen wordt - ook door niet-lezers - vooral gezien als nuttig omdat het bijdraagt aan de algemene leesvaardigheid en omdat het kennis oplevert. Persoonlijke en maatschappelijk-ethische motieven, zoals ontspanning, empathie-ontwikkeling of horizonverbreding, worden veel minder overtuigend gevonden als reden om literatuur te lezen voor school.
Verschil tussen schoollezen en vrijetijdslezen
Bovendien toont het onderzoek aan dat er een scherpe scheidslijn bestaat tussen schoollezen en vrijetijdslezen. Waar enthousiaste lezers in hun vrije tijd sterk gericht zijn op ontspanning en literatuur ook zien als een manier om even aan de werkelijkheid te ontsnappen, vinden ze zulke legitimeringen veel minder passend voor het lezen op school. Wel vinden zij argumenten die appelleren aan de vorming van sociale of ethische betrokkenheid overtuigender dan hun leeftijdsgenoten die zelden een boek oppakken.
Docenten onderschatten leerlingperspectieven
Dera's onderzoek laat ook zien dat docenten de overtuigingskracht van de meeste argumenten voor het lezen van literatuur onderschatten. Dat geldt opvallend genoeg ook voor het argument dat literair lezen bevorderlijk kan zijn voor het concentratievermogen. Dera: 'Deze studie onderstreept in die zin de noodzaak om het gesprek over het waarom van literatuuronderwijs breder te voeren in de klas. Veel leerlingen begrijpen heus wel dat het belangrijk is om boeken te lezen voor school. Maar als je nagaat hoe functioneel de argumenten zijn die ze hierbij het overtuigendst vinden, dan is het zaak om nog beter te laten zien wat het eigenlijk oplevert om literaire teksten tot je te nemen.'