Gezien worden als een legitiem en potentieel succesvolle ondernemer in de maatschappij. Voor vrouwen is dat per definitie nog altijd lastiger dan voor mannen, zegt bedrijfskundige Caroline Essers. “37% van alle ondernemers in Nederland is vrouw. Dan is het voor financiële instellingen niet anders dan verstandig om hun systemen en producten vrouwvriendelijker te maken.”
Het zijn slechts twee voorbeelden van waar vrouwelijke ondernemers in hun dagelijkse leven tegenaan lopen: ze zijn succesvol met hun onderneming, maar komen niet tot serieuze netwerkgesprekken. Of ze dienen bij de bank hetzelfde ondernemingsplan in als hun mannelijk equivalent, en krijgen toch geen startkapitaal. “Ondernemerschap is over het algemeen een vrij masculien domein”, zegt universitair hoofddocent Entrepreneurship Caroline Essers. “Een domein dat vooral witte heteroseksuele mannen van middelbare leeftijd vertegenwoordigen. En dat is niet alleen maatschappelijk en economisch een gemiste kans”, zegt Essers, “het kan ook onjuist en onethisch worden.” Essers: “Als masculiniteit bewust of onbewust financiële ondersteuning of toegang tot netwerken domineert, dan draagt het ook bij aan uitsluitingsmechanismen. En dat is problematisch.”
Je zegt: ondernemerschap is een vrij masculien domein. Hoe ziet dat eruit?
“Daarmee bedoel ik de over het algemeen typische mannelijke kenmerken, zoals in planmatige taal communiceren, conventionele en zakelijke kleding dragen, werk en privé gescheiden houden, meedoen met het ‘old boys network’ en financieel en individueel succes boven het collectief stellen. Kenmerken die in tegenstelling tot meer feminien gedrag doorgaans meer verwacht worden bij ondernemers die als succesvol worden gezien. Voor vrouwen is het daardoor per definitie lastiger om als ondernemer gelijk te worden behandeld en beoordeeld als mannen. Succesvolle vrouwen zijn dus vaak de vrouwen die net genoeg vrouwelijkheid tonen, maar ook voldoende mannelijkheid: beetje hard, rationeel, niet te extravert en niet te ‘exotisch’. Daar zit een zekere discrepantie in, je kunt het als vrouw dus eigenlijk nooit goed doen. Dat vind ik heel jammer.”