Human rights law
Human rights law

Mensenrechten onder druk, maar nog steeds waardevol

Mensenrechten en de rechtsstaat staan de laatste jaren onder druk. Aan de ene kant worden mensenrechtenhoven en toezichthoudende instanties steeds vaker aangevochten door populistische politici. Aan de andere kant is er ook kritiek uit academische hoek: ze zouden bijvoorbeeld sociaaleconomische ongelijkheid niet aanpakken en teveel top-down redeneren. Reden tot zorg? Ja. Reden tot pessimisme? Nee. Zo betoogde hoogleraar Rechten van de Mens Jasper Krommendijk in zijn oratie op 19 juni.

Hoofdlijnenakkoord

Het afbrokkelen van rechtsstatelijk besef en de waarborging van mensenrechten is geen nieuw thema. Ook Jasper Krommendijk onderschrijft het: “We leven in onzekere tijden. Ik maak me bijvoorbeeld zorgen over het ‘hoofdlijnenakkoord’ van de nieuwe regering en de consistentie met mensenrechten en rechtstatelijke normen. Alleen al het plan voor inperken van de asielinstroom: je kunt wel naar de EU gaan en over een opt-out onderhandelen, maar dat is slechts één deel van het grotere geheel. Mocht je binnen een EU-context al iets weten te bewerkstelligen, dan heb je nog te maken met VN-mensenrechtenverdragen, het Vluchtelingenverdrag, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de eigen grondwet.”

Bij uitrol van dergelijke regeringsplannen zullen internationale instituties die als waakhond fungeren, hoogstwaarschijnlijk uitspreken dat deze in strijd zijn met deze verdragen. Krommendijk: “Maar als dat geen binnenlandse weerklank vindt en er geen Nederlandse advocaten of NGO’s (niet-gouvernementele organisaties, red.) opstaan om daar iets mee te doen, bijvoorbeeld in de vorm van een politieke lobby of rechtszaken, dan gebeurt er vrij weinig met die internationale kritiek. Dan zal een populistische regering die bezwaren snel naast zich neerleggen. De traditionele top-down focus op (internationale) verdragen, instituties, rechtbanken en controlerende instanties gaat voorbij aan bottom-up processen, waartoe activisten, belangengroepen, getroffen gemeenschappen en sociale bewegingen behoren. Je hebt die krachten vanuit de samenleving nodig om ermee aan de slag gaan en proberen om bij te sturen. Neem Hongarije als voorbeeld van hoe het mis kan gaan: daar is vanuit de EU veel kritiek op. Maar media, de wetenschap en de advocatuur zijn daar dermate weggedrukt, dat zij de rechtsstatelijke bezwaren niet goed kunnen adresseren. En de vlakken waar het in Hongarije misging – media en wetenschap – daar wordt door onze regering ook het geld weggestreept in het hoofdlijnenakkoord.”

Juridisch spel

De komende jaren gaan we in Nederland een samenspel zien om plannen uit het hoofdlijnenakkoord tegen te gaan, vermoed Krommendijk. “NGO’s, asielzoekers en advocaten zullen een beroep doen op mensenrechten en proberen die regeringsplannen onderuit te halen. Dat dwingt de rechter dan weer in de positie van boeman, omdat die tegen de regering moet zeggen ‘dat kan niet’. Vanuit rechtsstatelijk oogpunt is het zorgelijk dat we die rechter in die positie zetten; dat ondermijnt onze trias politica. Een daarbij horende zorg die ik heb – en daar doe ik zelf net zo goed aan mee – is dat er telkens een juridisch spel van gemaakt wordt. ‘Van verdragen mag het niet, van de EU mag het niet, et cetera’. Dan raakt hetgeen waar het om te doen is, die mensenrechten zelf, buiten beeld: waardigheid, rechtvaardigheid, kwetsbaren beschermen.”

Deze voorbeelden voeden de sceptische geluiden uit de wetenschap over mensenrechten. Krommendijk: “Mensenrechten zouden te top-down, te westers-imperialistisch en te neoliberaal zijn. Of het zou de structurele ongelijkheid niet voldoende adresseren. Ook rechters zelf hebben soms kritiek op internationale hoven en comités, omdat deze niet een volledig beeld zouden hebben van wat er gebeurt of omdat mensenrechtencomités uit onbezoldigde experts bestaan die niet totaal onafhankelijk zouden zijn.”

Mensenrechten als troefkaart

De kritiek op het bedrijf van mensenrechten komt dus van alle kanten. “Daarbij komt ook nog dat mensenrechten te pas en te onpas van stal worden gehaald: er vindt een ware vermenigvuldiging van mensenrechten plaats. Bijvoorbeeld in belastingrechtelijke context. Begin juni besloot de Hoge Raad dat de berekening van het inkomen uit vermogen in box 3 in strijd is met het EVRM. Moet je zoiets nou per sé als mensenrecht betitelen? Maar het blijft natuurlijk aantrekkelijk om kwesties zo te framen: iets benoemen als mensenrecht is een soort troefkaart die je van stal kunt halen om een bepaald belang te verdedigen. Er zijn heel veel verdragen en documenten op allerlei niveaus, dus je kunt je argumenten gemakkelijk kracht bij zetten.”

Ondanks al het voorgaande, hoeven we hier niet te pessimistisch over te denken, redeneert Krommendijk: “Ja, er is veel pessimisme, maar het is de vraag: doet dat ertoe? Onder de streep zijn we beter geworden van mensenrechten. In mijn eerder onderzoek heb ik bijvoorbeeld gekeken naar de effectiviteit van kritiek van VN-comités. Een voorbeeld dat ik noem in mijn oratie is de instelling van de kinderombudsman; dat is gebeurd na kritiek van de VN. In Nederland kijken wij best wel veel en zorgvuldig naar het Europese Hof van de Rechten van de Mens. Bindende rechterlijke uitspraken die gedaan worden door ‘Straatsburg’, worden echt wel zorgvuldig gewikt en gewogen door de regering en de rechterlijke macht. Je ziet dan vaak ook bijstelling naar aanleiding van een tik op de vingers. Een voorbeeld van zo’n aanpassing is de manier waarop strafrechters sinds begin 2021 omgaan met verzoeken tot het horen van getuigen tijdens strafzaken na het baanbrekende Keskin-oordeel.”

Professor Jasper Krommendijk

Niet ‘of’ maar ‘hoe’

De vraag die moet worden beantwoord, is dus niet de vraag of mensenrechten effectief zijn of niet, maar eerder hoe ze effectief kúnnen zijn. Krommendijk: “Samengevat: om (internationale) mensenrechten effectief te laten zijn, moeten top-down en bottom-up benaderingen samenkomen en worden gecombineerd. Je kunt wel een schending constateren en naar de VN gaan. Die komt dan met een mooi rapport – bijvoorbeeld over dakloosheid en wonen. Daarvoor kwam een Speciaal VN-Rapporteur in december 2023 naar Nederland en kwam in zijn rapport met 60 aanbevelingen. De reactie van de regering bestond uit ‘doen we al’ en voor de rest ‘gaan we niet doen’. Als iedereen dan weer tot de orde van de dag overgaat, gebeurt er vrij weinig. Maar als NGO’s, maatschappelijke organisaties, Tweede en Eerste Kamerleden en wetenschappers daarmee aan de slag gaan en het bijvoorbeeld wordt gebruikt in rechtszaken, dan kun je toch verandering bewerkstelligen, zij het vaak langzaam. Wonen als mensenrecht vond tien jaar geleden nog niet zoveel weerklank. Maar nu wordt dat discours toch deels overgenomen en komt wonen als mensenrecht steeds vaker terug. Datzelfde zagen we ook toen er vanuit de VN een decennia geleden kritiek kwam op het racistische karakter van zwarte piet.”

Jasper Krommendijk sprak op woensdag 19 juni om 15.45 uur zijn oratie uit getiteld ‘The effectiveness of human rights in a multilevel legal order under threat?’

De effectiviteit van mensenrechten in een meerlagige rechtsorde in gevaar

De effectiviteit van mensenrechten in een meerlagige rechtsorde in gevaar - vertaling NL.pdf

Lees hier de volledige oratie nog eens terug.

Contactinformatie

Meer weten? Neem contact op met Persvoorlichting & Wetenschapscommunicatie via 024 361 6000 of media [at] ru.nl (media[at]ru[dot]nl). 

Thema
Internationaal, Recht, Samenleving