Voor hun project ‘Migranten in de frontlinie’ spraken leden van RUNOMI en het Centrum voor Migratierecht zo’n 300 migranten, bedrijven en instanties in de land- en tuinbouw, de vleesindustrie en de distributiesector; de cruciale sectoren die tijdens de pandemie moesten doordraaien om in de basisbehoeften van de Nederlandse bevolking te voorzien. Ze constateerden dat de omstandigheden voor migranten om gezond en veilig te kunnen werken en leven regelmatig onder de maat zijn.
De Lange: “Vaak is de menselijke waardigheid onder de maat in hoe wij arbeidsmigranten dat werk laten doen. Kamers waar veel teveel mensen in slapen, zelfs matrassen die gedeeld worden. Er zijn ook goede voorbeelden, maar dat is slechts een klein deel van de markt dat is aangesloten op de uitzendbureaus. Zij houden zich aan de regels en willen het netjes doen. Maar er zijn er ook een heleboel bedrijven die denken ‘business as usual’ en niet te ingewikkeld willen doen als het teveel geld kost. Iedere vijf jaar komt er wel een onderzoek naar boven waarin staat: wat een schande, we zijn een welvarend land en het is niet waar. Maar er verandert weinig.”