Ons lichaam is niet gemaakt om de hele dag te zitten, maar toch doen we het inmiddels een groot deel van de dag. Hoewel onze verre voorouders ook vaak zaten, is de zithouding door de eeuwen heen steeds passiever en daarmee ongezonder geworden. Kweek je elke werkdag van je leven zitvlees, dan kan dat leiden tot een verminderde bloedsomloop en een hogere druk op je wervelkolom, en uiteindelijk tot obesitas, hart- en vaatziekten en rug- en nekpijn.
Storende smartwatch
Ten Broeke onderzocht de psychologische kant van het zitten, en waarom bestaande interventies niet werken. ‘Je smartwatch kan je vertellen dat je vaker moet opstaan, maar als je die notificatie vaak krijgt als je midden in een afspraak zit of terwijl je een film kijkt, ga je die tips negeren. En we zien dat de meeste zit/sta-bureaus na een paar maanden nog maar nauwelijks staand gebruikt worden. Hoe we die interventies effectiever maken, dat hebben we met een psychologische bril onderzocht.’
‘Wat blijkt: mensen gaan niet zitten omdat ze dat willen, maar omdat het een manier is om iets anders te volbrengen. Als je een email moet versturen, ga je ergens met je laptop zitten. Als je vervolgens dorst hebt, sta je op voor een glas water. De actie bepaalt je houding. Dat klinkt logisch, maar het is wezenlijk anders dan hoe mensen handelen als ze sporten. Dat doe je op een vast moment van de dag, en heel bewust. Dus smartwatches die proberen van zitgedrag ook iets heel bewust en actiefs te maken, die gaan eigenlijk tegen de natuur van mensen in.’
Geen koffie voor je collega's halen
Om mensen te helpen minder te zitten en vaker op te staan, zijn nieuwe interventies nodig. Ten Broeke: ‘Bijvoorbeeld met je collega's afspreken dat je 's ochtends staand werkt, of het kantoor zo inrichten dat je mensen aanmoedigt om regelmatiger op te staan. Zelf kun je ook al stappen zetten. Zet bijvoorbeeld niet meer één grote theepot voor de hele dag, maar loop een paar keer extra om kleinere kopjes thee te zetten. En collega's die aanbieden koffie te halen voor anderen bedoelen het goed, maar het is een stuk gezonder als iedereen opstaat voor z'n eigen kopje.’
Ten Broeke en collega's bestudeerden het zitgedrag van enkele honderden mensen met een kantoorbaan, of met hart- en vaatziekten. De deelnemers werden uitgerust met activiteitmeters en gemiddeld vier werkdagen gevolgd. Daaruit bleek dat kantoormedewerkers vooral in de ochtend veel zitten, en dat er later op de dag vaker gewisseld wordt tussen zitten en staan. ‘Doordat we in kaart hebben gebracht waarom mensen switchen tussen zitten en staan, kunnen we ze beter aanmoedigen om dat vaker te doen.’