Door Ramses Peters
Piet Aalberse is een van de sleutelfiguren binnen de sociale en politieke emancipatie van katholieken in Nederland in het eerste kwart van de twintigste eeuw. Zijn archief is dan ook een van de kerncollecties van het Katholiek Documentatie Centrum. Onderdeel van die emancipatie vormde de oprichting van de Radboud Universiteit in 1923, bijna honderd jaar geleden. Herbergen zijn dossiers ook materiaal met betrekking tot dit kroonjuweel van katholiek Nederland?
In het interview met achterkleinkinderen Suzanne Aalberse en Klaas Landsman wordt met enige verbazing geconstateerd dat Aalberse in zijn dagboeken niets schrijft over de oprichting van de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen. Dat is niet helemaal waar: op 20 september 1923 wordt de aanstaande plechtige opening van de instelling genoemd, waar hij vanwege een vakantie in Brussel niet bij zal zijn. Maar meer is er over de oprichting in de dagboeken niet te vinden. En dat is inderdaad opvallend. De rubricering van het archief van Aalberse geeft een beeld van alle maatschappelijke sectoren waar hij bij betrokken is geweest. Een indrukwekkend overzicht, waarin ook het hoger onderwijs goed vertegenwoordigd is. Aalberse was onder andere samen met de latere premier Charles Ruijs de Beerenbrouck de oprichter van de Leidse katholieke studentenvereniging Augustinus, hoogleraar in Delft en betrokken bij de R.K. Leergangen te Den Bosch en de Handelshoogeschool in Tilburg, nu Tilburg University. Daarnaast was hij lid van de Vereeniging tot het Bevorderen van de Beoefening der Wetenschap onder de Katholieken in Nederland.
Aalberses lidmaatschap van deze vereniging, kortweg de Katholieke Wetenschappelijke genoemd, kan een verklaring zijn voor zijn geringe betrokkenheid bij de stichting van de universiteit. De meeste leden van Katholieke Wetenschappelijke waren geen directe voorstander van een exclusief op katholieke leest geschoeid instituut, omdat dit isolationisme in de hand zou werken. Eerder streefden zij naar de integratie van katholieken binnen bestaande universiteiten en naar de instelling van katholieke leerstoelen aan deze instituten.