Andre van Hoorn horizontaal
Andre van Hoorn horizontaal

Opinie: "Ook ongegronde angst in de samenleving moet je serieus nemen"

Artificial Intelligence kan kunst maken, vroegtijdig borstkanker opsporen en de boekhouding doen. Dat nieuwe technologieën voor angst kunnen zorgen om je baan te verliezen, is dus geen gekke gedachte. Maar hoe realistisch is die angst? En wat voor gevolgen heeft die angst op de maatschappij? Hoogleraar Internationale Economie André van Hoorn werpt er zijn blik op.

‘Technologische ontwikkelingen zijn van alle tijden, en het baanverlies dat daarbij komt kijken ook. Wie kent er nu bijvoorbeeld nog een letterzetter, of een lantaarnopsteker? Toch heeft het uitsterven van deze beroepen niet tot een permanente werkloosheid geleid. Er komen namelijk ook steeds nieuwe banen bij, zoals een ux-developer of een influencer. Deze bestonden honderd jaar geleden nog niet.’

Dat huidige technologische ontwikkelingen, zoals die van Artificial Intelligence, nu ook weer voor nieuwe banen zullen zorgen, zou een logische gedachte kunnen zijn. Angst voor baanverlies zou daarmee ongegrond zijn. ‘Maar het is nog maar de vraag of het baanverlies net zo zal herstellen als andere technologische ontwikkelingen’, zegt van Hoorn. Voor het eerst kunnen we namelijk niet alleen fysieke, maar ook cognitieve vaardigheden vervangen - iets wat we lang voorbehouden hielden aan de mens.’

Andre van Hoorn portret

De impact van angst

Van Hoorn vindt de vraag of angst gegrond of ongegrond is echter minder interessant. ‘De angst voor automatisering kan misschien ongegrond zijn, maar dat betekent niet dat deze geen invloed op de samenleving heeft.’ Om te onderzoeken wat de invloed van die angst kan zijn en hoe ver die reikt, combineerde Van Hoorn sociologie en economie in zijn onderzoek. Eerst deelde hij verschillende beroepen in op ‘automatiseerbaarheid’. Oftewel: de waarschijnlijkheid dat een beroep in de toekomst door techniek overgenomen zal worden. Vervolgens onderzocht hij de houding van de bevolking ten opzichte van overheidsbeleid.

‘Wat je dan duidelijk ziet, is dat mensen die onzeker zijn over de toekomst van hun baan, positiever zijn over beleid wat past bij een sociale welvaartsstaat. Dat is niet verrassend, meent Van Hoorn. ‘Want stel je voor, je maakt je zorgen dat jouw baan wordt geautomatiseerd. Dan is het fijn dat er een vangnet voor je is. Wanneer angst voor automatisering in de maatschappij toeneemt, dan kan dat dus invloed hebben op het politieke landschap, en daarmee ook op hoe de samenleving zich ontwikkelt.’

Feiten versus beleving

‘De angst voor automatisering kan dus op zichzelf een impact hebben’, benadrukt Van Hoorn, ‘ongeacht of er uiteindelijk permanente verliezen van banen ontstaan of niet’. ‘Het gaat niet alleen om de feitelijke impact, maar ook om wat mensen dénken dat de impact is.’ Dat zorgt voor een lastig spanningsveld voor politici en beleidsmakers, erkent Van Hoorn. ‘Wanneer iets objectief niet klopt dan kun je als politicus denken dat het slechts de subjectieve ervaring van het volk is en er niets mee doen. Maar het sentiment blijft dan bestaan, en kan dus nog steeds van invloed zijn.’

Volledig meegaan met de publieke opinie is dan weer het andere uiterste, meent Van Hoorn. Toch kan hij beleidsmakers en politici wel iets van advies meegeven. ‘Als heel veel mensen iets subjectiefs ervaren, dan is het belangrijk om dat serieus te nemen. Ook wanneer ze misschien ongelijk hebben.’

Tekst: Myrte Nowee

Foto's: Duncan de Fey

Contactinformatie