Politiek en wetenschap: een spanningsvolle relatie

Op dinsdag 16 november verschijnt de 23ste editie van het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis. Deze aflevering van de jaarlijkse uitgave van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis staat in het teken van de gespannen relatie tussen wetenschap en politiek. Tijdens de boekpresentatie zal onder andere Jaap van Dissel spreken over zijn ervaringen in dit spanningsveld.

Van Dissel is behalve directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ook hoogleraar Inwendige geneeskunde, in het bijzonder infectieziekten aan de Universiteit Leiden. Een echte wetenschapper dus. Als voorzitter van het Outbreak Management Team (OMT) kwam Van Dissel echter in een nieuwe rol, nadat minister-president Mark Rutte op 20 maart 2020 in een persconferentie had verklaard dat de kennis van ‘virologen, intensive-care-artsen en andere specialisten’ leidend zou zijn voor het corona-beleid van het kabinet. ‘Het is belangrijk dat we op dat kompas van wetenschappelijke kennis en betrouwbare feiten blijven varen.’ Toen dat kabinetsbeleid gaandeweg steeds meer ter discussie werd gesteld, werden ook Van Dissel en zijn collega’s mikpunt van (venijnige) kritiek. Soms werd zelfs persoonsbeveiliging nodig.

Vraagtekens bij wetenschap

Politiek en wetenschap: een spanningsvolle relatie
Gaandeweg de coronacrisis hebben sceptici vraagtekens gezet bij de waarde van deze wetenschappelijke kennis, en zich beroepend op eigen ‘experts’ alternatieve waarheden in omloop gebracht. Historicus Klaas van Berkel vraagt in zijn inleidend artikel in het Jaarboek onder meer aandacht voor dit opkomende fenomeen, dat tot nu toe te weinig aandacht heeft gehad van politiek-historici en wetenschapshistorici.

Dat de politiek – en het kabinet in het bijzonder – zich beroept op wetenschappelijke kennis ter onderbouwing van de eigen standpunten, is ouder dan de coronacrisis. Soms is de relatie zelfs geïnstitutionaliseerd. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), dat in de jaren zeventig is ingesteld om het kabinet te voorzien van beleidsadviezen op de langere termijn. In hun jaarboekbijdrage stellen WRR-onderzoekers Anne-Greet Keizer en Frans Brom dat het van belang is dat de wetenschap ook ‘de samenleving’ betrekt bij haar advisering van de politiek – geen ‘ivoren toren’ dus.

Centraal Planbureau

Niet formeel, maar voor de gouvernementeel ingestelde politieke partijen niettemin onontkoombaar, is de doorrekening van verkiezingsprogramma’s en regeerakkoorden door het ook al van overheidswege ingestelde Centraal Planbureau (CPB). Econoom en bestuurskundige Wimar Bolhuis stelt vast dat een hoge mate van consensus in de beleidskeuzes hiervan het gevolg is. Hij ziet echter ook een afname van de vanzelfsprekendheid waarmee partijen zich onderwerpen aan deze CPB-goedkeuringsprocedure. Ook heeft de monopoliepositie van het CPB risico’s. Bolhuis waarschuwt voor ‘beleidstunnelvisie’, waarbij geen plaats is voor afwijkende of radicale ideeën. Hij bepleit mede daarom een eigen ‘budget office’ voor de Tweede Kamer.

2021 overschaduwd door corona en de formatie

Daarnaast bevat het Jaarboek bekende rubrieken. Het nu al legendarische Kamerdebat van 1 april over ‘Positie Omtzigt: functie elders’ wordt in herinnering gebracht; in een interview laat ‘spraakmakend Kamerlid’ Renske Leijten (SP) haar licht schijnen over de actuele politiek (‘Soms denk ik: wat moet ik hier nog?’); taalkundige Siemon Reker belicht opvallende nieuwe woorden die het afgelopen jaar in het parlement hebben geklonken. Opvallend is ook de zakelijke toon van de notulen van de ministerraadsvergaderingen van kort na de aanslagen op de Twin Towers (september 2001), waaruit voor het eerst gepubliceerd wordt. De kroniek van het jaar 2020-2021 brengt in herinnering hoe onrustig het voorbije parlementaire jaar was: een kabinetscrisis (vanwege de toeslagenaffaire), Kamerverkiezingen en een in veel opzichten uitzonderlijke, zich voortslepende kabinetsformatie – en dat alles onder steeds wisselende coronabeperkingen. Als gebruikelijk worden ook herinneringen opgehaald aan overleden oud-politici en worden recent verschenen politieke boeken gerecenseerd.

Publicatie

Carla van Baalen, Alexander van Kessel, Tom-Jan Meeus, Jan Ramakers en Diederik Smit (redactie), Wetenschap en politiek. Jaarboek parlementaire geschiedenis 2021 (Boom; Amsterdam 2021). 253 pp.; ISBN 978 90 2444 387 1.

Meer weten? Neem contact op met

  • Irene Helsen, secretariaat CPG,irene.helsen [at] ru.nl (irene[dot]helsen[at]ru[dot]nl), 024 361 2463
  • Persvoorlichting & wetenschapscommunicatie Radboud Universiteit, media [at] ru.nl (media[at]ru[dot]nl), 024 361 6000