Religieuze jongeren over de scheiding tussen kerk en staat

Is de multiculturele samenleving toe aan een definitieve scheiding tussen kerk en staat? Religieuze en humanistische jongeren vinden van niet. Als zij het voor het zeggen hadden, zou de staat de banden met religie behouden, maar wel alle vormen van levensbeschouwing gelijk behandelen. Dat concludeert religiewetenschapper Jeroen Jans, die op 12 september promoveert aan de Radboud Universiteit.

‘De verhouding tussen kerk en staat zit duidelijk in een overgangsfase’, volgens religiewetenschapper Jeroen Jans, die op 12 september zijn proefschrift verdedigt aan de Radboud Universiteit. ‘In Luxemburg en Nederland zijn de banden eigenlijk al grotendeels doorgeknipt en steeds meer Belgische politici plaatsen vraagtekens bij het financieren van erediensten door de staat, omdat het niet meer zou passen in de seculiere samenleving waarin we nu leven.’

Gelijke behandeling

Welke plek moet levensbeschouwing innemen in de samenleving? Jans vroeg het aan ruim 650 geëngageerde katholieke, protestantse, islamitische en humanistische jongeren in Nederland en Vlaanderen. ‘Zij zijn de mensen die in de toekomst waarschijnlijk een belangrijke rol gaan spelen in deze levensbeschouwelijke stromingen, dus hun opvattingen kunnen een indicatie geven van hoe toekomstige discussies over kerk en staat eruit zullen zien.’

De onderzoeker nam vragenlijsten en interviews af. Hij sprak ook humanistische jongeren, omdat zij een niet-religieuze levensovertuiging vertegenwoordigen. ‘Maar humanisme staat niet noodzakelijk gelijk aan atheïsme en de niet-religieuze groep in een samenleving is niet per se humanistisch,’ benadrukt hij. ‘Sommige humanistische jongeren vragen zich soms ook af of er meer is tussen hemel en aarde.’

In de vragenlijsten kregen de jongeren vier staatsmodellen voorgelegd, variërend van een strikte scheiding tussen kerk en staat tot een volledig theocratische of atheïstische staat, die juist één bepaalde vorm van levensbeschouwing promoot. De jongeren konden zich het beste vinden in het staatsmodel dat uitgaat van het gelijkheidsdenken, zag de onderzoeker. ‘Ze staan voor een gelijke behandeling van religies en levensbeschouwing door de staat en willen diversiteit garanderen. Zo geven verschillende geïnterviewden aan het dragen van religieuze symbolen als een persoonlijke keuze te zien, maar niet te accepteren dat een gehele bevolking daartoe wordt verplicht, of dat de ene groep dat wel mag en een andere niet.’ 

Moderne gelovigen

Religieuze jongeren vonden iets vaker dan humanistische jongeren dat de staat wel bepaalde voorkeuren mag hebben. Humanistische jongeren staan dan weer wat positiever ten aanzien van de strikte scheiding tussen kerk en staat. Jans: ‘Sommige christenen vinden dat het moet kunnen dat er bijvoorbeeld een kruis aan de muur hangt in staatsgebouwen, omdat het christendom hier historisch een belangrijke rol vervulde. Protestantse jongeren zijn het actiefst bezig met hun religie. Hun stemgedrag is ook wat vaker in lijn met hun geloof.’

Binnen alle groepen is er een kleine minderheid voorstander van het promoten van een bepaalde godsdienst of van atheïsme door de staat, ontdekte de promovendus. ‘In die groep zitten de mensen die de stelligste uitspraken doen, zoals dat de staat euthanasie zou moeten verbieden of dat nieuwkomers zich maar aan de heersende religie moeten aanpassen. Dat zijn wel vaak de uitspraken die de media halen. Er is een silent majority die in debatten minder zichtbaar is.’

Volgens de wetenschapper worden religieuze jongeren vaak weggezet als wereldvreemd of mensen met ideeën die haaks op de moderne waarden staan. ‘Maar uit dit onderzoek blijkt dat zij wel degelijk pluralistisch denken en tegelijkertijd voorstander zijn van een grote individuele vrijheid met een centrale plaats voor dialoog.’

Contactinformatie

Thema
Religie, Samenleving