Slavernijverleden nu nog zichtbaar in multiculturele Mauritiaanse samenleving

Hoe is de multiculturele samenleving van Mauritius - een Nederlandse kolonie tussen 1638 en 1710 - tot stand gekomen? Historicus Joël Edouard van de Radboud Universiteit onderzocht het aan de hand van archiefstukken in het VOC-archief. Op 30 september werden de digitale scans over het slavenijverleden van Nederlands Mauritius door het Nationaal Archief Nederland overgedragen aan de archieven van de Republiek Mauritius.

Edouard, zelf geboren en getogen in de Republiek Mauritius, leerde zichzelf zeventiende-eeuws Nederlands om de VOC-archieven over het eiland te kunnen vertalen.  Toen de eerste Nederlanders in 1598 op Mauritius arriveerden, kende het eiland geen bewoners. Voor het werk op de door de Nederlanders gestichte suikerplantages werden slaafgemaakten ingezet.

Het bronnenonderzoek van Edouard heeft nu voor het eerst aangetoond dat er een continuïteit is tussen Nederlands Mauritius en Frans Mauritius (dat enkele jaren na het vertrek van de Nederlanders het eiland formeel overnam). Gevluchte slaafgemaakten en gedroste matrozen uit alle windstreken (Afrika, India, Madagaskar, Indonesië en Europa) koloniseren tijdens de Nederlandse periode het binnenland van het eiland.

Slavernijverleden nu nog zichtbaar in multiculturele Mauritiaanse samenleving
Zeventiende-eeuwse afbeelding van de baai van Mauritius met het Nederlandse fort en schepen.

Basis Mauritiaanse samenleving

Deze multiculturele gemeenschap bleef bestaan op Mauritius toen de Hollanders vertrokken en vormen een basis voor de moderne Mauritiaanse samenleving. Voor Mauritius is dit groot nieuws en de archieven werden dan ook met enthousiasme ontvangen.

Op 30 september, 422 jaar na de landing van Nederlanders op Mauritius, vond een online overdracht plaats van de scans waarbij op Mauritius twee ministers en de rector van de University of Mauritius betrokken waren.  Ook het Nederlandse Nationaal Archief, de Nederlandse ambassade in Tanzania en de Radboud Universiteit waren vertegenwoordigd.

Voor het project inventariseerde Edouard onder andere meer dan 700 documenten uit de VOC-archieven in Haag, met name uit de zogenaamde ‘Overgekomen brieven en papieren uit Indië aan de Heren XVII en de kamer Amsterdam 1614 – 1794’. Resultaten van het project worden binnenkort gepubliceerd.

Het onderzoek is onderdeel van een breder onderzoeksproject onder leiding van historicus Coen van Galen van de Radboud Universiteit naar het slavernijverleden van voormalig Nederlandse koloniën.

Meer weten? Neem contact op met

  • Coen van Galen, c.vangalen [at] let.ru.nl (c[dot]vangalen[at]let[dot]ru[dot]nl)
  • Joël Edouard, jo%C3%ABl.edouard [at] ru.nl (joël[dot]edouard[at]ru[dot]nl)
  • Persvoorlichting & wetenschapscommunicatie Radboud Universiteit, 024 3616000, media [at] ru.nl (media[at]ru[dot]nl)