Linda Carton FM Focus
Linda Carton FM Focus

“Universiteit moet meer verbinding zoeken met de praktijk”

Ze houden zich allebei bezig met verduurzaming. De een vanuit de wetenschap, de ander vanuit de praktijk. Welke problemen komen ze tegen? Welke raakvlakken zien ze? En hoe kunnen wetenschap en praktijk elkaar versterken? “Als universiteit moeten we een stap extra zetten.”

Verduurzaming van stad en regio is de rode draad van het onderzoek van assistent professor Linda Carton. “Ik zorg voor methodische ondersteuning van het planproces. Dat doe ik met interventiemethoden en dialoog, zoals simulatiegames en burgerwetenschap. Via zulke games kun je een vraagstuk visualiseren en simplificeren. In onze Carbon Game moeten spelers bijvoorbeeld de uitstoot van broeikasgassen verminderen om de opwarming van de aarde onder de twee graden te houden. Zo’n simulatie maakt het voor betrokkenen makkelijker om verschillende standpunten en verantwoordelijkheden te begrijpen, en vervolgens met elkaar te onderhandelen. Bij burgerwetenschap meten burgers bijvoorbeeld zelf de luchtkwaliteit. Lokale metingen kunnen wetenschappelijke modellen helpen verfijnen. Zo weet je steeds beter aan welke verduurzamingsknoppen je kunt draaien.”

Jody de Graaf

Jody de Graaf volgde de bachelor Geografie, Planologie en Milieu (GPM), waar ze college kreeg van onder anderen Carton. Na een master Sustainable Cities in Kopenhagen, werkt ze nu bij de gemeente Rotterdam, als programmamanager verduurzaming Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) en woningcorporaties. “Bij de verduurzamingsopgave waar Rotterdam voor staat, zoeken we een mix van instrumenten. Vaak is dat maatwerk. Als je een subsidieregeling introduceert, wil je bijvoorbeeld dat die bij de juiste mensen terechtkomt. En in een grote stad, met een opeenstapeling van opgaven, is het een hele klus om doelen en werkzaamheden op elkaar af te stemmen en waar mogelijk te combineren. Ook moet ik rekening houden met politiek-bestuurlijke belangen, zoals die van wethouders en de gemeenteraad.”

Duidelijkheid en draagvlak

Hoewel de twee momenteel niet samenwerken, kan De Graaf zich goed voorstellen dat de kennis van Carton een meerwaarde kan hebben in Rotterdam. “Bijvoorbeeld op het niveau van wijkraden. Dat zijn gekozen vertegenwoordigingen, die allemaal een actieplan voor de wijk moeten opstellen. Het liefst zien ze dat de gemeente hun wensen als eerste vervult, maar we kunnen niet overal tegelijk aan de slag. Een simulatiegame rond de vraag ‘waar doen we wat en wanneer’, zou voor duidelijkheid en draagvlak kunnen zorgen.”

Carton herkent die situatie. “In Nijmegen hebben we samen met inwoners een citizen science-project uitgevoerd. Daarbij hebben we een burger-sensor-net aangelegd met kleine, goedkope sensoren voor milieumeting, waarbij burgers luchtkwaliteit en geluid konden monitoren. In dat project zagen mensen hoe complex dat is, maar ook: mijn straat is lang niet zo vies als sommige andere. Tijdens avondworkshops kwamen de onderzoekers, afstudeerders, student-assistenten, burgers, experts van de gemeente en deelnemende bedrijven bij elkaar om inzichten te delen. In dialoog tijdens deze workshops begrepen deelnemers beter waarom de gemeente andere plekken voorrang gaf bij het aanpakken van de vervuiling. Bovendien voelden mensen zich meer meegenomen in de besluitvorming dan wanneer de aanpak alleen tijdens een raadsvergadering zou zijn besproken.”

Linda Carton

Praktijk wijst de weg

Andersom hecht Carton veel waarde aan praktijkervaringen. “De praktijk wijst echt de weg. Bij de uitvoering van klimaatbeleid zien we vooral problemen in de bebouwde omgeving. De industrie is relatief makkelijk te transformeren omdat dat een professionele omgeving is. Maar woongebieden zijn veel diverser en complexer. De praktijk kan ons de dilemma’s en vragen aanreiken die onder mensen leven: waarom willen of kunnen zij hun woning en consumptiegedrag wel of juist niet verduurzamen? Daar kunnen wij als wetenschappers veel van leren. Tegelijkertijd denk ik ook weleens: praktijk, waarom doen jullie zo weinig met ons onderzoek?

“Eerlijk gezegd komen we maar weinig in aanraking met de inzichten uit zulk onderzoek”, reageert De Graaf. “De vraag is dus: hoe vinden we elkaar beter? Ik zou bijvoorbeeld gebaat zijn bij onderzoek naar de vraag: met welke dilemma’s kampen VvE’s en hoe zijn die te overwinnen?” Carton: “Als wetenschappers wisselen we regelmatig kennis uit op conferenties. Misschien moeten we samen met de VNG [Vereniging van Nederlandse Gemeenten, red.] ook eens planningscongressen voor de praktijk organiseren. Dan kunnen we aan gemeenten laten zien welke onderzoeken we doen.” “Wat een goed idee!”, reageert De Graaf meteen. “Daar zou ik zeker belangstelling voor hebben.” Carton: “Ik vind dat we als universiteit een stap extra moeten zetten: meer verbinding zoeken en intensiever samenwerken met de praktijk. Ik ben ervan overtuigd dat daar veel potentie zit om van elkaar te leren.”

In 2023 bestaat de Faculteit der Managementwetenschappen 35 jaar. Een interdisciplinaire blik en een ander perspectief zijn voor de faculteit heel belangrijk. Het jubileumthema is dan ook: ‘Door een andere bril’. Herkennen Linda Carton en Jody de Graaf zich hierin?

Linda Carton: “Ik herinner me een artikel uit het tijdschrift Nature Climate Change, waarin het resterende koolstofbudget gevisualiseerd werd. Dat is de hoeveelheid CO2 die we in de toekomst nog kunnen uitstoten als we de klimaatdoelen willen halen. Dat levert een heel ander blik van de schade die we veroorzaken. Als je door die lens kijkt, wordt het duidelijker wat we moeten doen en welke offers we daarvoor moeten brengen. Met een wetenschappelijk goede representatie van dat koolstofbudget kunnen we dus betere beslissingen nemen.”

Jody de Graaf: “Toen ik in Rotterdam kwam werken, wist ik niks van VvE’s. Nu weet ik: grondgebonden woningen verduurzamen is complex, maar veel VvE’s beginnen al met een achterstand. Ze hebben vaak achterstallig onderhoud en sparen te weinig. VvE’s moeten dus al een inhaalslag maken om op hetzelfde niveau te komen als andere woningen. Die achterstand was voor mij echt een eyeopener. Ook vanuit mijn studie herinner ik me ‘een andere bril’. Ik volgde het vak ‘Klimaatverandering: wetenschap en beleid’, waaraan studenten uit allerlei disciplines deelnamen. Tijdens een presentatie werd er een foto getoond van de Zandmotor [een kunstmatig aangelegde zandbank voor de Noordzeekust, in de vorm van een schiereiland, red.]. De docent vroeg: wie weet wat dit is? Ik dacht: dat weet toch iedereen? Bij GPM werd je er namelijk mee doodgegooid. Maar een medestudent vroeg: ‘Is het een kunstwerk?’ Dat is me altijd bijgebleven: wat voor mij logisch is, is dat voor een ander misschien helemaal niet. Dat is belangrijk als je – bijvoorbeeld bij verduurzaming – die ander mee wilt krijgen.”

Tekst: Machiel van Zanten

Foto: Duncan de Fey & pk-photography