In de achttiende eeuw leefde een groot deel van de bevolking van Sri Lanka onder het zelfuitgeroepen bewind van de VOC. Vele lokale klerken en dienders registreerden duizenden inheemse families en hun landbezit, zodat de VOC de arbeidsdiensten en landbouwproducten kon exploiteren. Historicus Luc Bulten onderzocht dit registratieproces vanuit het perspectief van de geregistreerden.
Hoewel weinig inheemse bronnen bewaard zijn gebleven en Bulten zich dus tevreden moest stellen met VOC-archieven, brachten die koloniale bronnen hem wel dichter bij de lokale achttiende-eeuwse bevolking. ‘We weten al veel over de koloniale machthebbers, maar minder over de inwoners van gekoloniseerde gebieden. Met dit onderzoek probeer ik bij te dragen aan meer inzicht in dat perspectief.’
Burenruzies
‘Het lijkt erop dat succesvolle registratiesystemen in de geschiedenis alleen standhielden als geregistreerden er zelf ook voordeel uit haalden’, legt de onderzoeker uit. ‘Sri Lanka is daar een voorbeeld van: er staan honderdduizenden stukken land en mensen in de registers. Dat is voor die tijd bijna ongeëvenaard. In eerste instantie was er weerstand tegen die registratiedrang van de koloniale machthebber. Maar door de tijd heen lijken mensen het systeem steeds meer voor zich te laten werken, bijvoorbeeld door eigendom veilig te stellen. Dat gaat vaak om rijdende-rechter-achtige dingen, burenruzies: de buurman heeft zich een stuk van jouw land toegeëigend en dan verwijs jij naar een extract uit de thombo (registers) waaruit blijkt dat dat land aan jouw familie toebehoort.’
Dat er in Sri Lanka zo’n uitgebreid registratiesysteem kon bestaan, had volgens Bulten ook te maken met de geschiedenis van het land. Er bestond al tijd een vorm van registratie, vanwege de ingewikkelde erfsystemen in de agrarische samenleving. De VOC breidde die registratie heel sterk uit.
De onderzoeker stelt dat zelfs in een onderdrukkend systeem met racistische wetgeving, mensen manieren vonden om de situatie ook in hun voordeel te laten werken. ‘Ik kwam het verhaal tegen van een tot slaaf gemaakte vrouw die wist te ontvluchten en daarna een gezin sticht. Jaren later wordt ze opgespoord door haar voormalige slavenhouder die tegen de rechtbank zegt: zij was mijn slaaf en dus zijn haar kinderen ook mijn slaven. Maar die vrouw heeft ondertussen haar kinderen in het register laten opnemen als vrije mensen, dus zij wint de zaak.’
Polyandrie
De hele bevolking kreeg met registratie te maken. Daardoor geeft het onderzoek inzicht in groepen waarover doorgaans minder bekend is, zoals vrouwen, tot slaaf gemaakten en kinderen. Zo zag de historicus in de registers dat er polyandrische relaties voorkwamen, waarin een vrouw meerdere mannen had. Informatie uit de registers verbond hij steeds aan meer inhoudelijke bronnen, zoals verslagen van rechtszaken, om meer te weten te komen over hoe de bevolking leefde. ‘Er is bijvoorbeeld een rechtszaak geweest waarbij kinderen uit een polyandrische relatie een conflict hadden over het verdelen van het land. In getuigenverklaringen zie je dan hoe de VOC-rechtbank aan dorpelingen vraagt hoe polyandrie precies werkt en hoe ze weten welk kind van welke vader is. Dat wisten ze niet: kinderen waren in zulke relaties van alle vaders.’
Volgens Bulten zou dit soort onderzoek ook in Indonesië of andere voormalig gekoloniseerde landen gedaan kunnen worden, om meer begrip te krijgen van hoe mensen leefden in een restrictief koloniaal systeem.
Luc Bulten verdedigt zijn proefschrift op donderdag 20 april in de aula van de Radboud Universiteit.