‘Taal is misschien wel de meest flexibele technologie van de mens’, stelt Dingemanse. Naast ‘ambachtelijke’ (menselijke) taal, werden er de afgelopen jaren ook steeds meer kunstmatige taaltools onderdeel van het dagelijks leven: denk aan de opmars van ChatGPT. De komende vijf jaar zal Dingemanse bij het Centre for Language Studies onderzoek doen naar de verschillende manieren waarop taal en technologie samenkomen.
Taal als technologie
‘Taal is een soort werktuig waarmee we praten, denken, sociale relaties bouwen en dingen voor elkaar krijgen in de wereld,’ vertelt Dingemanse. Het eerste deel van zijn project richt zich dan ook specifiek op menselijke taal als technologie. Door de sociale interactie in verschillende talen te bestuderen, hoopt hij iets te kunnen zeggen over de toekomst(en) van menselijke taal. Dingemanse: ‘Je kunt alle talen in de wereld zien als parallelle werkelijkheden. Al die talen samen representeren de verledens, hedens en toekomsten van de mensheid. Het idee is dat als je talen van over de hele wereld vergelijkt, dat je dan een beter beeld krijgt van welke kanten taal zich op kan ontwikkelen. ’
Kunstmatige Intelligentie
Het tweede deel van het onderzoek richt zich juist niet op menselijke taal, maar op "taaltechnologie": spraakassistenten zoals Alexa en chatbots zoals ChatGPT. Dat zijn tools die meestal niet worden ontwikkeld door taalkundigen, maar waar wel bepaalde opvattingen over taal in vastgelegd worden.
Een opvatting die volgens Dingemanse in de tools naar voren komt, is dat taal draait om tekst en informatie, in plaats van om gesprekken en relaties. ‘Spraakassistenten kunnen onze stem verwerken en daar een commando in interpreteren, maar je kunt er geen vloeiend gesprek mee voeren. Het staat nog mijlen ver van hoe wij als mensen taal onderling gebruiken. Bovendien is de technologie vaak maar op een klein aantal talen geïnspireerd, in plaats van op het grotere plaatje dat in deel één van dit project bestudeerd wordt.’ Volgens Dingemanse kan de taalkunde hier een belangrijke bijdrage leveren, door te onderzoeken wat voor ideeën over taal er ingebakken zitten in onze taaltechnologie en zo in kaart te brengen wat er, nu en in de toekomst, allemaal mogelijk zou kunnen zijn.
Taal over technologie
Het derde deel van het onderzoek kijkt naar onze taal over technologie: hoe we praten over technologie heeft gevolgen voor hoe we erover denken. ‘Als we over technologie praten in menselijke termen ('ik vraag het even aan ChatGPT', ''ChatGPT had het verkeerd begrepen maar zei in ieder geval wel sorry') dan schrijven we daar al snel ook andere menselijke eigenschappen aan toe, zoals verantwoordelijkheid, begrip, ethisch besef,’ zegt Dingemanse. ‘Het is aan taalwetenschappers om dat te ontwarren en heel precies te bestuderen, en om onze ideeën over omgaan met technologie vervolgens kenbaar te maken aan het grote publiek. ‘
Vici-beurs
Vici is gericht op senior-onderzoekers die hebben aangetoond met succes een eigen vernieuwende onderzoekslijn tot ontwikkeling te kunnen brengen. De beurs stelt Dingemanse in staat om de komende vijf jaar postdocs en promovendi op het gebied van taalkunde, sociale interactie en mens-computer-interactie in dienst te nemen. Ook wordt er geïnvesteerd in computerkracht en software engineers om spraakherkenningsmodellen te trainen en nieuwe software te schrijven.
Vorig jaar ontvingen ook Alicia Montoya en Mirjam Broersma van de Faculteit der Letteren een Vici-beurs. Als faculteit zijn we trots op deze prestaties en feliciteren we onze laureaten van harte.
Foto door Jiri Büller