Culemborg, 14 februari 1991. Een opslag met vuurwerk vat vlam en ontploft. Twee mensen komen om het leven, dertig mensen raken gewond. Negen jaar later, op zaterdag 13 mei 2000, opnieuw een vuurwerkexplosie. Drieëntwintig mensen in Enschede komen om, onder wie vier brandweerlieden. Negenhonderdvijftig mensen raken gewond. De ontploffing was de grootste explosie in Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog.
Wat doet de overheid na tragische vuurwerkrampen als Culemborg en Enschede? Voert zij verbeteringen door in haar wetgeving en beleid? Trekt zij lessen uit wat er mis ging? Matthijs Moorkamp, universitair hoofddocent Besturen van Veiligheid bij de afdeling Bestuurskunde, analyseerde als lid van het onderzoeksteam van de Universiteit Twente samen met de andere leden van het team 250.000 pagina’s aan documentatie en bracht het rapport ‘Lessen van twee vuurwerkrampen’ uit. Moorkamp: “Nederland heeft behoefte aan een transparant politiek besluit over omgaan met het gevaar van vuurwerkopslagen.”
Uit alle documenten die Moorkamp samen met het team bestudeerde kwam het naar voren: we willen nooit meer een vuurwerkramp. Moorkamp: “Toch zagen wij stukje bij beetje dat veiligheidsafstanden voor vuurwerkopslagen steeds kleiner werden. Met als resultaat dat we op basis van de huidige omgevingswet op acht meter afstand van vuurwerkopslagen mogen wonen en bouwen. Mijn eigen veiligheidskundige opvatting zegt dan: dit moet je niet willen.”
Belangenconflict
Tegenstrijdige belangen en fundamentele andere visies op risico en veiligheid zorgden voor een stevig belangenconflict tussen ministeries. Met als resultaat inconsistent beleid en wet- en regelgeving rondom opslagen voor consumentenvuurwerk. Het is een van de belangrijkste conclusies uit het rapport ‘Lessen van twee vuurwerkrampen’ die Moorkamp in samenwerking met de Universiteit Twente in opdracht van de Tweede Kamer uitvoerde. Moorkamp: “Waar sommige ministeries geen strengere afstandseisen tussen vuurwerkopslag en bebouwing wilden vanwege de inperking van economische bewegingen, wilden andere ministeries geen concessies doen aan de veiligheid van de directe omgeving. Het vuurwerkbesluit werd daarmee een compromis met een ogenschijnlijke uitruil van streng beleid op professioneel vuurwerk en soepele regels voor consumentenvuurwerk.”
Het onderzoeksteam ontdekte het belangenconflict tussen de ministeries aan de manier waarop de ministeries vergunningen verleenden aan vuurwerkbedrijven. Moorkamp: “Daarmee openbaarde zich het spoor van het verlenen van vergunningen naar een conflict op landelijk niveau tussen ministeries. Waarom steeds die concessies en dat compromis in beleid en regelgeving? De kern lijkt te liggen in de tegenstrijdige belangen binnen de overheid.”
Want in tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, is vuurwerk wel degelijk onvoorspelbaar.
Onvoorspelbaar
Volgens Moorkamp is het díe tegenstrijdigheid die heeft bijgedragen aan de onmenselijke veiligheidssituatie als het gaat om vuurwerkopslag. Moorkamp: “Want in tegenstelling tot wat soms beweerd wordt, is vuurwerk wel degelijk onvoorspelbaar. Waar de ene partij vuurwerk niet explodeert, kan een volgende partij dat wel doen. En soms zelfs zo, dat het tot een massaexplosie komt. Dan kun je dus niet constateren dat je op acht meter afstand van een vuurwerkopslag woonhuizen kan neerzetten. Dat is een groot probleem.”
Moorkamp pleit voor een transparant politiek besluit over de mate waarin de overheid risico’s van vuurwerkopslagen wil accepteren of aanpakken. Moorkamp: “Nu is de totstandkoming van veiligheidsbeleid vrij ondoorzichtig en dan komt er ineens een besluit. Dat roept bij mensen vragen en weerstand op.”
Enschede blijft onderwerp van gesprek
Zijn er na Enschede dan helemaal geen stappen gezet? “Natuurlijk wel”, zegt Moorkamp. “Er is na Enschede een oplossing gekomen voor professioneel vuurwerk, iets wat al jaren sleepte. Ook heeft de brandweer naar aanleiding van ons rapport hun blusinstructies voor vuurwerkbranden aangepast. Maar er is voor betere regels over veiligheidsafstanden van vuurwerkopslagen nog wel een weg te gaan.”
Een maatschappelijke en politieke weg waar Moorkamp zeker bij betrokken wil blijven. Moorkamp: “Ik wil de maatschappij ook een beetje beter maken met behulp van onafhankelijke wetenschappelijke kennis. En als er één instituut in Nederland onafhankelijk is, dan zijn het de universiteiten wel. Daarom heb je de rol van een universiteit in een maatschappelijk impactvolle kwestie als deze heel hard nodig.”
Het volledige rapport ‘Lessen van twee vuurwerkrampen’ lees je hier.
Tekst: Annette Zonnenberg