Daarom gaat hij met een team van promovendi en postdocs naar Medellín (Colombia), Santiago de Cuba (Cuba) en Recife (Brazilië) om ruim een jaar lang veldonderzoek te doen naar vraagstukken rondom huisvesting, politiek en de rol van de staat in Latijns-Amerika. Ze stellen daarbij niet de staat, maar de bewoners van de favelas, comunas en de barrios populares centraal: de lage-inkomenswijken van de steden. Dit doen ze niet van achter hun bureau, maar door te wonen in de wijken en actief mee te doen met de bewoners en hun burgerinitiatieven, bijeenkomsten en protesten. Het is onderdeel van een vijfjarig onderzoek, dat in januari 2024 begint. Hoe krijgen we hiermee een nieuw perspectief op politiek? We stelden Martijn Koster hier een aantal vragen over.
Kun je ons vertellen waar je onderzoek over gaat?
Zeker! Ik doe onderzoek naar de politieke situatie in de lage-inkomenswijken van Latijns-Amerikaanse steden, waar bewoners vaak buitengesloten en gediscrimineerd worden door de overheid. Een groot en urgent probleem dat de structurele ongelijkheden blootlegt is de huisvesting. Er is een tekort aan woningen van goede kwaliteit en de inwoners hebben vaak niet de juiste papieren en vergunningen, waardoor ze constant bedreigd worden met huisuitzettingen en sloop. Overheidsprogramma's leiden juist tot ontevredenheid bij de bewoners, omdat ze zich hierin niet serieus genomen voelen. Het lijkt vaak alsof bewoners kunnen meedenken, maar in de praktijk krijgen ze dan keuzes voorgeschoteld waarbij geen enkele optie echt voordelig voor ze is, maar welke vooral de belangen van de rijkeren of de overheid zelf behartigen.
Waarom vind je dit onderzoek zo belangrijk?
De bestaande onderzoeksliteratuur over politiek en burgerschap in de stedelijke periferie van Latijns-Amerika ziet deze vooral als afwijkend van de norm.
Wat is die norm?
De norm is – ook in veel kritisch onderzoek – gebaseerd op van oorsprong Europese ideeën over de staat, politiek en burgerschap. Echter, voor de meeste bewoners van lage-inkomenswijken heeft het begrip burgerschap nauwelijks praktische waarde. Burgerrechten, zoals het recht op degelijke huisvesting, zijn er op papier vaak wel, maar in de praktijk kunnen bewoners deze rechten niet laten gelden. Hierdoor verliest een begrip als burgerschap zijn waarde wanneer we willen begrijpen hoe bewoners de overheid zien en zich ertoe verhouden.
Wordt hier al onderzoek naar gedaan? Wat maakt jouw onderzoek hierin uniek?
Er zijn momenteel ook andere wetenschappers die ingaan tegen het gebruik van dominante Europese begrippen om de Latijns-Amerikaanse samenleving te beschrijven. Zij richten zich echter vooral op de oorspronkelijke bevolking in rurale gebieden en besteden weinig aandacht aan de stedelijke bevolking. Ik sla met mijn onderzoek een nieuwe weg in door me juist wél op de gemarginaliseerde stedelijke bevolking te richten en hun perspectieven centraal te stellen in nieuwe theorievorming over politiek.
Het lijkt me lastig om zo’n onderzoek uit te voeren, hoe gaan jullie dat aanpakken?
Ik ga dus een team samenstellen van drie promovendi en twee postdocs. We zullen, onder andere, interviews afnemen met bewoners en met sleutelfiguren in bestuur, politieke partijen, ngo’s en sociale bewegingen. De promovendi zullen vooral onderzoek doen in de wijken, terwijl de postdocs en ik de connecties tussen de wijken en andere personen en organisaties onderzoeken. Samen gaan we op zoek naar wat we de ‘politiek van de periferie’ noemen.
Verwachten jullie weerstand van bewoners bij deelname aan jullie onderzoek?
Nee, dat verwachten we niet. We doen namelijk etnografisch onderzoek. Dat is onderzoek waarbij de onderzoekers in of dicht bij de gebieden wonen waar het onderzoek wordt uitgevoerd. Zo toon je betrokkenheid. We doen mee aan activiteiten zoals protesten of burgerinspraakavonden om in contact te blijven met de bewoners en de dynamiek van binnenuit te leren kennen. Het is namelijk heel belangrijk dat je niet als onderzoeker in- en uitvliegt. Je kunt niet aankomen met het idee van “nou ik moet m'n interviews doen, wie kan ik spreken” en dan weer weggaan.
Je bent ook docent. Ga je de nieuwe inzichten uit het onderzoek toepassen in de colleges die je geeft?
Ik probeer inderdaad altijd een kruisbestuiving tussen mijn onderzoek en mijn onderwijs te stimuleren. Zo geef ik bijvoorbeeld colleges over Latijns-Amerika en bespreek ik mijn eigen ervaringen en onderzoeksresultaten met studenten. In de cursus 'Hedendaagse Debatten', waar we ons richten op burgerschap, besteed ik aandacht aan burgerschap in Brazilië en waarom deze term vaak tekortschiet bij onderzoek in de favelas en andere lage-inkomenswijken.
Tot slot, wat hoop je uiteindelijk te bereiken met het onderzoek?
Ik wil bijdragen aan theorie over politiek die meer recht doet aan de perspectieven en praktijken van de bewoners van de stedelijke periferie, zodat we hun situatie beter kunnen begrijpen en kunnen bijdragen aan het tegengaan van uitsluiting en het oplossen van concrete problemen zoals het tekort aan huisvesting.
Martijn Koster kreeg een Consolidator Grant van 2 miljoen euro van de Europese Onderzoeksraad (ERC) voor zijn onderzoek ‘Politics of the Periphery in Urban Latin America: Reconceptualising Politics from the Margins’