'Via het onderwijs werken we aan een gelijkere samenleving. Maar als we dat niet goed doen kan onderwijs ook juist ongelijkheden in stand houden of zelfs vergroten. We hebben daarom beter onderzoek naar onderwijsongelijkheid nodig’, zegt Denessen Dat doen we op de Radboud Universiteit door de expertises sociologie, antropologie en pedagogiek met elkaar te combineren in de nieuwe onderzoeksgroep: Onderwijsongelijkheid. ‘De kracht van deze groep zit hem in de verschillende onderzoekers die allemaal nieuwe perspectieven op het thema onderwijsongelijkheid meebrengen’.
Socioloog Maarten Wolbers, een van de andere initiatiefnemers van de groep, doet al lange tijd onderzoek naar onderwijsongelijkheid. Hij kijkt met name naar de aansluiting tussen (beroeps)onderwijs en arbeidsmarkt, en de overgang van school naar werk. “Onderwijsonderzoek moet je vanuit verschillende vakgebieden doen. Want, mensen die vanuit verschillende perspectieven werken, vullen elkaar aan. Met deze onderzoeksgroep brengen we alle kennis en kunde die we in huis hebben samen.”
Margriet van Hek merkt nu al de waarde van de samenwerking, waar ook collega’s van de Nijmeegse onderzoeksinstituten KBA Nijmegen en Expertisecentrum Nederlands onderdeel van uitmaken. Van Hek ontving waardevolle feedback van de onderzoeksgroep op haar nieuwe onderzoek naar genderverschillen in houdingen, gedragingen en prestaties op Nederlandse middelbare scholen, een project waar ze samen met Gerbert Kraaykamp (ook lid van de groep) en Mark Levels recent subsidie voor kreeg van NRO. “Wij zijn specifiek geïnteresseerd in hoe de gender peer cultuur jongens en meiden op school beïnvloedt, maar we willen in onze dataverzameling ook andere mogelijke verklaringen opnemen voor genderverschillen in bijvoorbeeld prestaties. Vanuit onderwijskundig perspectief noemde Eddie Denessen het belang van klassamenstelling, dat was erg nuttig.”
Denessen: “De specifieke dynamiek van een klas is erg afhankelijk van het soort leerlingen dat bij elkaar zit, denk aan verschillende prestatieniveaus of etnische groepen. Het is nuttig om dat mee te nemen in een onderzoek als dit. Dat we dit soort inzichten met elkaar kunnen delen is een mooi verbeeld van de waarde van interdisciplinaire uitwisseling. Het brengt ons onderzoek verder.”
Van Hek en Kraaykamp zijn niet de enige groepsleden die recent subsidie kregen voor nieuw onderzoek. Ook Burgers en Denessen kunnen aan de slag met nieuwe onderzoek dankzij een recent binnengehaalde subsidie. Zij gaan kijken naar de relatie tussen brede brugklassen en kansengelijkheid. Deze nieuwe projecten betekenen dat de onderzoeksgroep gaat groeien. Op beide projecten wordt binnenkort namelijk een nieuwe promovendus aangesteld. Met deze twee nieuwe promovendi wordt de groep ook meteen uitgebreid. Dat is heel mooi nieuws volgens Burgers. “Deze groep vaart op de verschillende inzichten die onderzoekers meebrengen. De twee nieuwe promovendi zijn dus meer dan welkom!”
Op de Radboud Universiteit wordt veel onderzoek gedaan naar onderwijs en sociale ongelijkheid. Dat gebeurt door onderzoekers met verschillende achtergronden, zoals sociologen, onderwijskundigen, pedagogen en antropologen. Op initiatief van Eddie Denessen, Maarten Wolbers, Margriet van Hek en Floris Burgers slaan die verschillende onderzoekers nu de handen ineen. De onderzoekers hebben een nieuwe onderzoeksgroep opgericht: de onderzoeksgroep onderwijsongelijkheid.