Onderzoek door universitair docent Nora Lohmeyer wijst erop dat multinationals ondanks de marktkrachten in de wereldeconomie in staat zijn om grote maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. In een publicatie in het Academy of Management Journal bespreken Nora Lohmeyer, Elke Schuessler (Johannes Kepler University Linz, Oostenrijk) en Sarah Ashwin (London School of Economics, Verenigd Koninkrijk) het concept van ‘market-protected spaces’.
In deze zogeheten ‘market-protected spaces’ kunnen bedrijven, die normaal gesproken met elkaar concurreren, door collectieve regelgeving samenwerken aan wereldwijde problemen, zoals mensenrechtenschendingen in internationale toeleveringsketens.
Voor hun onderzoek bestudeerden Lohmeyer, Schuessler en Ashwin multinationale kledingbedrijven uit Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en analyseerden hun benadering van maatschappelijk verantwoord ondernemen sinds de dodelijke instorting van de Rana Plaza-fabriek in Bangladesh in 2013. Hierbij kwamen meer dan 1000 mensen om het leven en minstens 2500 mensen raakten gewond. Lohmeyer: 'De instorting van de fabriek heeft wereldwijd voor een groot schandaal in de kledingindustrie gezorgd. Het leidde tot nieuwe kritiek op de vrijwillige inspanningen van bedrijven in maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), omdat ze er niet in geslaagd waren hun medewerkers effectief te beschermen tegen deze ramp. Nieuwe regelgeving voor bedrijven volgde voor onder andere het doen van bedrijfsonderzoek in de aanvoerketen en het bieden van collectieve overeenkomsten. Waar we bij dit onderzoek in geïnteresseerd waren, was hoe multinationals in staat zijn om de rechten van medewerkers effectief aan te pakken in de context van een zeer concurrerende marktomgeving.’
Bindende afspraken zonder concurrentie
De onderzoekers zagen dat bedrijven verschillen in de mate waarin zij hun verantwoordelijkheid nemen. Lohmeyer: ‘De meeste organisaties vertrouwen nog steeds op vrijwillig MVO-beleid binnen de organisatie, maar we zagen ook een aantal bedrijven die de rechten van hun medewerkers als een collectieve zaak behandelden en de verantwoordelijkheid in hun productieketens op een andere manier wilden aanpakken. Ze begonnen samen te werken met andere ambitieuze bedrijven en vakbonden en sloten bindende collectieve overeenkomsten af. Overeenkomsten waarbij wereldwijde vakbondsfederaties optreden als onafhankelijke medeondertekenaars om ervoor te zorgen dat afspraken bindend zijn en daarmee verdergaan dan vrijwillig MVO. We zagen dat zulke gelijke speelvelden zorgen voor minder concurrentie, gelijke kansen en een geheel nieuwe ruimte voor samenwerking. En omdat systemische, industriële kwesties zoals veiligheid van werknemers of eerlijke lonen alleen collectief kunnen worden aangepakt, zagen we dat deze ‘market-protected spaces’ echte gamechangers kunnen zijn.'
Een duurzame oplossing voor mondiale problemen
Volgens de onderzoekers kunnen ‘market-protected spaces’ mogelijk van toepassing zijn op andere kwesties en industrieën, zoals klimaatverandering, gezondheidszorg en onderwijs. Er blijven echter relevante vragen. Lohmeyer: 'In de kledingindustrie was de rol van vakbonden als legitieme vertegenwoordigers van werknemers belangrijk om ‘market-protected spaces’ te creëren rond zorgen over arbeidsnormen. Als het om klimaatverandering gaat, is het minder duidelijk wie namens ‘het klimaat’ legitiem kan vertegenwoordigen en juridische claims kan indienen. Verder onderzoek is dus nodig om dit bestuursmodel naar andere gebieden over te dragen.
Wat zeker is, is dat als we de enorme problemen waarmee we momenteel worden geconfronteerd willen aanpakken, we buiten de grenzen van de dominante marktlogica moeten gaan denken.’
Lees hier meer over het onderzoek van Nora Lohmeyer binnen de kledingindustrie.