ICT-vaardigheden spelen een uiterst belangrijke rol voor de huidige generatie jongeren. Zij zullen hoogstwaarschijnlijk gedurende hun hele leven voortdurend in aanraking komen met technologie, zowel op de werkplek als in hun vrije tijd. Hoewel eerdere studies reeds het belang van ICT hebben aangetoond voor de ontwikkeling van leercompetenties, richt dit nieuwe onderzoek zich specifiek op de relevantie ervan voor wiskunde. "Zowel ICT als wiskunde steunt op structureel en logisch denken, dus we waren nieuwsgierig naar de mate van overlap", zegt Renae Loh, de hoofdauteur van het artikel en socioloog aan de Radboud Universiteit.
Voordelen van een sterke ICT-infrastructuur
Loh en haar collega's hebben gegevens uit het PISA-onderzoek van 2018 geanalyseerd, waarbij 248.720 leerlingen van 13 en 14 jaar uit 43 landen waren betrokken. Deze gegevens bevatten informatie over de ICT-vaardigheden van deze leerlingen. Hun werd onder meer gevraagd of ze nieuwe informatie voornamelijk op digitale apparaten lezen en of zij in staat zijn problemen met deze apparaten zelfstandig op te lossen. De onderzoekers concludeerden dat hoe positiever leerlingen op deze vragen reageerden, hoe vaardiger zij waren in ICT.
Loh: "Onze bevindingen tonen aan dat leerlingen meer educatieve voordelen behalen uit hun digitale vaardigheden in landen met een krachtige ICT-infrastructuur in het onderwijs. Dit is waarschijnlijk te danken aan het feit dat hoe meer computers en andere digitale hulpmiddelen zij tot hun beschikking hebben tijdens hun studie, hoe beter zij deze vaardigheden kunnen benutten en hoe meer waarde zij eraan hechten. Bovendien gaat het niet om een verwaarloosbaar verschil. Bij een robuuste ICT-infrastructuur in het onderwijs kunnen leerlingen hun wiskundeprestaties met ongeveer 60% verbeteren door gebruik te maken van hun digitale vaardigheden. Verschillen tussen landen in de mate waarin leerlingen wiskundige voordelen behalen uit hun digitale vaardigheden, kunnen voor 25% worden toegeschreven aan verschillen in de ICT-infrastructuur in het onderwijs. Deze indicator is betrouwbaarder en praktischer toepasbaar dan bijvoorbeeld een algemene indicator van de welvaart van een land."
Streven naar gelijkheid
Wat vooral opviel voor Loh en haar collega's, was het aanzienlijke verschil dat duidelijk zichtbaar was tussen landen met een sterke ICT-infrastructuur en landen zonder. "Het was in sommige opzichten verrassend eenvoudig: hoe hoger de verhouding tussen het aantal computers en het aantal leerlingen in een land, hoe beter de wiskundeprestaties. Dit ondersteunt het idee dat deze vaardigheden dienen als leermiddel en signaleringsbron, met name voor wiskunde." Loh wijst er echter op dat er beperkingen zijn aan de inzichten die de gegevens verschaffen. "Ons onderzoek richt zich niet specifiek op het proces van wiskundeonderwijs op deze scholen, noch op het daadwerkelijke gebruik van de ICT-infrastructuur. Toekomstig onderzoek kan zich ook richten op de vraag in hoeverre docenten wiskunde zelf het belang van ICT-vaardigheden onderkennen, en of deze overtuiging en hun onderwijsstijl van invloed zijn op de ontwikkeling van leerlingen."
"Er bestaat wereldwijd nog steeds aanzienlijke ongelijkheid in het onderwijs", zegt Loh. "Nu komt daar nog een dimensie bij in de vorm van ICT. Beperkte toegang tot ICT of een tekort aan digitale vaardigheden is een handicap op school, ongeacht de achtergrond van leerlingen, hun genderidentiteit, enzovoort. Het is duidelijk dat de schoolomgeving hierbij een grote rol speelt. Gerichte investeringen in een krachtige ICT-infrastructuur in het onderwijs kunnen bijdragen aan het overbruggen van de onderwijskloof tussen landen en kunnen ook helpen om ongelijkheden in digitale vaardigheden onder leerlingen in die landen aan te pakken."