Wolven drijven? Onderzoekers publiceren in Harvard Business Review hoe de M&A-adviesarena te navigeren

Overnames staan centraal bij bedrijfsherstructureringen omdat ze bedrijven in staat stellen nieuwe middelen, technologieën, marktaandeel en talent te verkrijgen. Dit kan helpen om activiteiten te stroomlijnen, winstgevendheid te vergroten en het bedrijf te laten groeien. Overnames kunnen echter ook het mislukkingspercentage van bedrijfsherstructureringen verhogen omdat ze complex en moeilijk te integreren kunnen zijn. Als ze niet goed worden uitgevoerd, kunnen ze leiden tot culturele conflicten, operationele inefficiëntie en financiële verliezen, die allemaal het succes van de herstructurering kunnen schaden.

Killian McCarthy, Rick Aalbers en Arjan Groen, allen vaste leden van het Centre for Organization Restructuring, hebben onlangs over dit fenomeen gepubliceerd in Harvard Business Review. In hun onderzoek schetsen zij hoe ondernemingen die fusies en overnames uitvoeren jaarlijks bijna 40 miljard dollar uitgeven aan adviseurs. Deze investeringsbankiers, advocaten en andere professionals worden ingehuurd om de verwerver of overnemer te voorzien van domeinspecifieke expertise, een onafhankelijke "second opinion" voor het bestuur, of andere diensten om een deal te helpen sluiten.

Maar voegen deze adviseurs als externe materiespecialisten daadwerkelijk waarde toe aan de fusies en overnames die zij moeten ondersteunen? Of wordt hun vermeende toegevoegde waarde enigszins genuanceerd? Het auteursteam analyseerde de marktreacties op meer dan 10.000 overnames in de VS en ontdekte dat bedrijven die de betrokkenheid van een adviseur aankondigden, inderdaad gemiddeld beter presteerden dan bedrijven die er geen aankondigden. Zij ontdekten echter ook dat bedrijven met twee adviseurs slechter presteerden dan bedrijven zonder adviseurs, en dat elke extra adviseur daarna tot nog slechtere beursreacties leidde. Waardoor werd dit verrassende effect veroorzaakt? Bekijk hier het volledige antwoord.