Veel dijken in Nederland kampen met structurele problemen in de leeflaag. Op zandige dijken ontstaan bij droogte gemakkelijk open plekken, terwijl zware kleidijken vaak verdicht raken en last krijgen van scheurvorming. Beide situaties ondermijnen niet alleen de ontwikkeling van een sterke en soortenrijke vegetatie, maar kunnen ook de stabiliteit en erosiebestendigheid van de dijk beïnvloeden. Deze problemen doen zich voor op zowel regionale als primaire keringen, en vragen om duurzame oplossingen die verder gaan dan alleen beheer.
Het doel van dit onderzoek is om te bepalen hoe de leeflaag van een dijk zó kan worden verbeterd dat deze zowel ecologisch als technisch robuust is. Daarbij ligt de focus op dijken die van nature te licht (zandig) of te zwaar (kleirijk) zijn, of waar problemen optreden zoals verdichting, scheurvorming of open vegetatie. Door het substraat te verbeteren of opnieuw aan te leggen, willen we de omstandigheden voor een sterke, gesloten en soortenrijke vegetatie herstellen of versterken.
Onderzoeksvragen
- Hoe beïnvloedt het verbeteren of vernieuwen van de leeflaag de ontwikkeling van een sterke en soortenrijke vegetatie?
- Welke substraatverbeteringen zijn effectief voor respectievelijk zandige en kleirijke dijken?
- In hoeverre kunnen compost, zavel of gebiedseigen grond bijdragen aan het verbeteren van waterhuishouding, structuur en doorworteling van de toplaag?