Over dit project
Voor de waarheidsvinding kunnen getuigen belangrijk zijn. Getuigenverklaringen kunnen in het procesrecht niet alleen een belangrijke, maar zelfs een dominante rol spelen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de wetenschap dat de verklaring van de getuige - waaronder begrepen de anonieme getuige - niet altijd een goede reputatie geniet. Het zoeken naar de waarheid speelde zich lange tijd voornamelijk in het strafrecht af, hetgeen tot een scala van strafrechtelijke jurisprudentie en literatuur betreffende (de betrouwbaarheid van) het (anonieme) getuigenbewijs in het strafrecht heeft geleid.
In het bestuursprocesrecht – waar het fiscale procesrecht onderdeel van uitmaakt – is dit (nog) niet het geval. Uit de uitspraak van de Hoge Raad van 24 november 2017 volgt dat het fiscale procesrecht geen mogelijkheden kent om getuigen anoniem te (doen) horen. Ondanks deze onmogelijkheid, blijkt in de praktijk dat het fenomeen ‘anonieme getuige’ in de bewijsvoering in het bestuursrecht in het algemeen, en in het fiscale recht in het bijzonder, een grote rol kan spelen en dat het gebrek aan regels hieromtrent vragen oproept.
In het fiscale (proces)recht doet zich voorts de bijzondere – en wellicht complicerende – omstandigheid voor dat in zekere zin sprake is van drie ‘deelgebieden’: de heffingsfase, het fiscale boeterecht en het fiscale strafrecht. Ieder 'deelgebied' kent een eigen kader van toepasselijke regels. Het zou dus zo kunnen zijn dat de vraag hoe om te gaan met anoniem getuigenbewijs tijdens de heffingsfase anders zou moeten worden beantwoord dan wanneer bijvoorbeeld sprake is van een fiscale boete. Een verschil ten aanzien van de geboden rechtsbescherming, lijkt onwenselijk. Tevens leiden verschillen tot rechtsonzekerheid.
Doel van dit onderzoek is allereerst het inzichtelijk maken van de thans geldende normen en vereisten voor het gebruikmaken van anoniem getuigenbewijs in het fiscale procesrecht. Dit onderzoek is van belang, omdat het anonieme getuigenbewijs vaker een rol - en ook een grotere rol - lijkt te spelen in de praktijk. En dit geldt niet alleen voor het fiscale procesrecht, maar ook voor andere domeinen van het bestuursrecht. Te denken valt aan de mystery shopper, de lokjongere of het anonieme inspectiebezoek. Wanneer beter zicht is verkregen op de thans geldende normen en regels voor het gebruikmaken van anoniem getuigenbewijs, kan de gebruikmaking van anoniem getuigenbewijs worden bezien in het kader van rechtsbescherming die een burger in ons nationale rechtssysteem kan en mag verwachten. Beoordeeld kan worden of de huidige wijze waarop van anoniem getuigenbewijs gebruikgemaakt wordt, volstaat of dat deze dient te worden verbeterd.
Naast het uiteenzetten van de thans geldende normen en vereisten in het fiscale procesrecht, zullen ook de thans geldende normen en vereisten in het strafprocesrecht uiteengezet worden. Zowel in het fiscale procesrecht, als in het strafprocesrecht gaat het om een verhouding burger - overheid. Daarnaast kent het strafprocesrecht wel een uitgebreid normenkader waar het gaat om het gebruik van anoniem getuigenbewijs. Kan het fiscale procesrecht iets leren van het strafprocesrecht?