Aanleiding
De kloof tussen kansarmen en kansrijken begint volgens onderzoekers al in de wieg en wordt in Nederland steeds groter. De manier waarop het onderwijs in ons land is ingericht, versterkt dit alleen maar. Welke rol kunnen leraren spelen in het dichten van die kloof?
In de maatschappelijke plicht om de kloof in kansenongelijkheid te dichten, ligt een belangrijke taak voor docenten. Op dit moment zijn docenten in opleiding weliswaar zeer geïnteresseerd in het onderwerp kansen(on)gelijkheid, maar beschikken ze nog niet over de kennis of vaardigheden om hier met leerlingen of binnen de school echt een gesprek over te voeren. Het verkrijgen en het uitwisselen van inzicht in het thema en de mechanismen die het in de hand werken, is hierin van groot belang.
Gewenste oplossing
Het doel van Marloes Hülsken en Harm Kaal is daarom om studenten van de educatieve master Mens en Maatschappijwetenschappen samen met leerlingen inzicht te laten verkrijgen in de mechanismen achter en de percepties van kansenongelijkheid. Dit gebeurt door middel van mondelinge geschiedenis, een methode die het geschiedenisonderwijs inclusiever maakt voor leerlingen.
Plan van aanpak
Studenten van de educatieve master Mens & Maatschappijwetenschappen aan de Radboud Universiteit en studenten van de tweedegraadsopleiding Geschiedenis aan de HAN University of Applied Sciences gaan leerlingen op stagescholen lesgeven volgens de methode van mondelinge geschiedenis (interviewen over het verleden). Bovenbouwleerlingen zullen vervolgens onder begeleiding van studenten buurtbewoners gaan interviewen met als leidende vraag: ‘waar stond je wieg? – In hoeverre hebben je afkomst en levensloop je kansen en positie in de samenleving bepaald?’.