Een grote vraag die ten grondslag ligt aan de verwerking van idiomen is in hoeverre de letterlijke woordbetekenissen van de ingebedde woorden worden geactiveerd. De huidige modellen over idiomatische verwerking stellen voor dat de letterlijke betekenis en de figuurlijke betekenis parallel worden geactiveerd, maar het bewijs over activering van de letterlijke woordbetekenis heeft tot dusverre niet altijd eenduidige resultaten opgeleverd, vooral in het geval van verwerking in een tweede taal (L2).
Eén manier om de activering van woordvormen tijdens idiomatische verwerking in een L2 te meten, is het kijken naar effecten van overlap tussen talen. Zoals in het geval van cognaten, die normaalgesproken sneller worden verwerkt dan niet-cognaten. Dus, activeer je de cognaat 'book' wanneer je de uitdrukking 'don't judge a book by its cover' leest? Een tot dusver onbeantwoorde vraag is in hoeverre cognaten die zitten ingebed in idiomen het zogenaamde cognaatfacilitatie effect laten zien. Deze studie onderzoekt de verwerking van Nederlands-Engelse cognaten ingebed in Engelse idiomen door Nederlandse L2-leerders van het Engels in een taak waarin proefpersonen zinnen lezen.
Als onderdeel van het project is een database samengesteld met 481 Engelse idiomen en Nederlandse vertalingen. Deze database kan op verzoek toegankelijk worden gemaakt. Neem voor meer informatie contact op met Sybrine Bultena (contactgegevens hieronder).