Het doel van het onderhavige onderzoek is in kaart te brengen hoe het in de Nederlandse rechtspraak is gesteld met de inzet van online zittingen bij het horen van kwetsbare rechtzoekenden na de coronapandemie en te identificeren welke stappen nog kunnen worden genomen om online zittingen en het waarborgen van rechten van kwetsbare rechtzoekenden te verbeteren. De opgedane inzichten zijn relevant voor eventuele toekomstige epidemieën waarin de fysieke toegang tot gerechtsgebouwen mogelijk opnieuw moet worden beperkt, maar ook voor toekomstige toepassingen van online zittingen op reguliere basis. De bevindingen zijn relevant zowel voor de Rechtspraak als voor de wetgever die belangrijke keuzes moet maken op dit punt.
De hoofdvraag:
Welke stappen heeft de Rechtspraak na de coronapandemie genomen om de rechten van kwetsbare rechtzoekenden bij online zittingen beter te waarborgen en hoe kunnen die rechten in de toekomst worden gewaarborgd?
Deelvragen:
1. Wat is de huidige stand van zaken ten aanzien van de inzet van online zittingen bij het horen van kwetsbare rechtzoekenden in de Rechtspraak?
2. Op welke wijze heeft de Rechtspraak de knelpunten ten aanzien van de rechten van kwetsbare rechtzoekenden bij online zittingen geadresseerd?
3. Of op welke wijze is ze van plan deze te adresseren bij een mogelijk volgende pandemie of bij toekomstig gebruik van online zittingen? Wat kunnen we leren van bevindingen uit buitenlands onderzoek hierover?
Het onderzoek zal zich, net als in ons voorgaande onderzoek, richten op drie rechtsgebieden, te weten het strafrecht, het vreemdelingenrecht en het civiele jeugdrecht. De rechtzoekenden in deze procedures bevinden zich doorgaans in een kwetsbare (rechts)positie.