Dit deelproject onderzoekt het bewijs voor Andalusische herdenking van christelijke martelaren door vergelijking van Andalusische bronnen met die uit christelijk Iberië, wat helpt om de praktijk van Andalusische christenen in context te plaatsen. De focus van dit deelproject is de zogenaamde Cordobaanse kalender, een combinatie van een almanak in het Arabisch en een christelijke liturgische kalender. Deze bron wordt regelmatig beschouwd als een venster op de gebruiken van christenen in het tiende-eeuwse Córdoba, maar Cathrien Hoijinck heeft maar liefst negentien manuscripten ontdekt uit sterk uiteenlopende tijdsperioden en geografische gebieden die de tekst in verschillende versies bevatten. Deze veelzijdigheid suggereert dat we de Cordobaanse kalender moeten benaderen als een levende tekst en dat we de christelijke kalender ervan zorgvuldig moeten vergelijken met andere kalenders om te evalueren hoe we de kalender kunnen gebruiken om de herdenking van martelaren in Islamitisch Spanje beter te begrijpen.
Dit deelproject maakt deel uit van het hoofdproject Het maken van een martelaar in middeleeuws Iberië, 589-1080 (P.I. Dr Kati Ihnat).