Naarmate het interdisciplinaire veld van dierstudies groeit, wordt het duidelijk dat een goed begrip van levende wezens, en dieren in het bijzonder, de ontwikkeling van een nieuw paradigma vereist; een paradigma waarin de natuurwetenschappen samenwerken met filosofie, kunst, literatuur, ethiek, sociale en culturele wetenschappen en politieke theorie. Dit project ontwikkelt een nieuwe fenomenologie van dierlijke verbeelding en onderzoekt de rol die menselijke en niet-menselijke verbeelding speelt in de ontwikkeling van deze benodigde, vernieuwde dierwetenschap.
De erkenning dat dieren in staat zijn tot creatieve betekenisverwerving vereist dat de intersubjectieve relatie die we met hen delen in het domein van de dierwetenschap wordt geïntegreerd, wat om een fenomenologische benadering vraagt. De uitdaging ligt hier in het in twijfel trekken van klassieke noties van subjectiviteit en cognitie, die diep geworteld zijn in een antropocentrische traditie. Verder stelt dit project dat intersubjectieve relaties erkenning vereisen van de verbeeldingskracht, het vermogen om een eigen virtuele wereld van mogelijkheden te vormen, dat een rol vervult in de perspectieven en handelingen van zowel menselijke als niet-menselijke subjecten. In dit opzicht moet fenomenologie recente bevindingen uit de dierkunde integreren, in het bijzonder uit de cognitieve ethologie en de biosemiotiek.
Dit project wil de kloof overbruggen tussen de geesteswetenschappen en een traditionele, objectiverende wetenschappelijke benadering. Doordat het namelijk een conceptueel en methodologisch kader aanreikt, zal het een vruchtbaar dialoog tussen dierlijke natuurwetenschappen en fenomenologie mogelijk maken.