Startup op briefpapier
Startup op briefpapier

Duurzame mkb vertegenwoordiging

Het maatschappelijke probleem

 

Kleine en middelgrote ondernemingen (mkb’s) zijn cruciaal voor hedendaagse economieën en samenlevingen. In de EU-27 staan mkb’s bijvoorbeeld voor meer dan 99% van de bedrijven, 64,4% van de werkgelegenheid en 51,8% van de toegevoegde waarde in de niet-financiële bedrijfssector (Bella et al., 2023). Beleidsmaatregelen die gericht zijn op het stimuleren van duurzame ontwikkeling, maar die niet worden gesteund door mkb’s en afgestemd zijn hun belangen, zijn daarom bij voorbaat ten dode opgeschreven. Drie onderliggende problemen kruisen elkaar en dreigen uit te monden in een perfecte storm voor mkb’s, hun werknemers en de samenleving als geheel:

1. Hoewel het bedrijfsleven in het publieke debat vaak wordt neergezet als een eensgezind blok met homogene voorkeuren ten aanzien van beleid, zijn er steeds sterkere aanwijzingen dat dit niet klopt. Zowel theoretische ontwikkelingen in de wetenschappelijke studie naar bedrijfsbelangen (Thelen & Kume, 2006; Silvia & Schroeder, 2007; Ibsen, Ellersgaard & Larsen, 2021) als een stortvloed aan anekdotisch bewijs suggereren dat er sprake is van substantiële en toenemende belangentegenstellingen tussen mkb’s en grote, multinationale ondernemingen.


2. Belangenorganisaties van het bedrijfsleven beschikken over aanzienlijke politieke macht als legitieme en representatieve ‘stem van het bedrijfsleven’, wat hen in de ‘driver’s seat’ plaatst bij het vormgeven van beleid (vgl. Traxler, 2010; Brandl & Lehr, 2019). Recente studies (Lehr, Jansen & Brandl, 2024) laten echter zien dat mkb’s systematisch ondervertegenwoordigd zijn in het ledenbestand van deze organisaties. Dit geeft enige geloofwaardigheid aan de al lang bestaande hypothese dat zulke organisaties niet werkelijk representatief zijn, maar eerder bevooroordeeld ten gunste van de belangen van grote bedrijven (Traxler & Huemer, 2007).


3. Er is een schrijnend tekort aan adequaat, systematisch en onafhankelijk empirisch bewijs over de politieke belangen en vertegenwoordiging van mkb’s. Terwijl het voor beleidsmakers cruciaal zal zijn om inzicht te krijgen in de aard en omvang van het ‘mkb-belangen en vertegenwoordiging’-probleem, blijft dit een terrein waar veel wordt aangenomen, maar weinig wordt onderzocht.

Het wetenschappelijke probleem

Er zijn drie onderling verbonden kwesties die ons huidige begrip van mkb-belangen en -vertegenwoordiging beperken:

1. Het ontbreken van integratie van relevante argumenten en benaderingen uit verschillende disciplines draagt bij aan een aanzienlijke kenniskloof. Terwijl invloedrijke theorieën uit de politicologie en politieke sociologie (bijv. Coleman, 1974; Dahl, 1977; Lindblom, 1977; Przeworski & Wallerstein, 1988; Hall & Soskice, 2001) het belang van bedrijfsbelangen voor politiek en beleid benadrukken, hebben deze disciplines het onderwerp empirisch en systematisch nauwelijks op het juiste microniveau onderzocht. Zulke studies komen vaker voor in de economie en bedrijfskunde, maar deze disciplines laten op hun beurt de politieke dimensie van bedrijfsbelangen en -vertegenwoordiging grotendeels links liggen.


2. Klassieke theorieën gingen er (al dan niet impliciet) van uit dat bedrijfsbelangen binnen landen als min of meer homogeen behandeld konden worden (bijv. Offe & Wiesenthal, 1980; Korpi, 1983; Esping-Andersen, 1985; Jacobs, 1988; Przeworski & Wallerstein, 1988; Hall & Soskice, 2001). Maar die aanname wordt steeds meer uitgedaagd door recente inzichten die wijzen op toenemende heterogeniteit en conflicten binnen het bedrijfsleven (bijv. Silvia, 1997; Culpepper, 1999 & 2007; Hacker & Pierson, 2002; Melitz, 2003; Mares, 2003; Thelen & Kume, 2006; Plouffe, 2015; Ibsen, Ellersgaard & Larsen, 2021). Tegelijkertijd ontbreekt het nog steeds aan theoretische helderheid over de mechanismen die bijdragen aan deze heterogeniteit én aan verschillen in kwaliteit van politieke vertegenwoordiging tussen bedrijven. Nog minder is bekend over hoe deze mechanismen van toepassing zijn op duurzaamheidsbeleid en over de rol van belangenorganisaties bij de vertegenwoordiging van mkb’s.


3. Tot dusver heeft onderzoek voornamelijk kleinschalige casestudy’s opgeleverd over specifieke beleidsonderwerpen, en enkele studies van belangenorganisaties (niet van bedrijven zelf). Dat betekent dat het weinige empirische bewijs dat we wél hebben, waarschijnlijk sterk contextgebonden, bevooroordeeld en vatbaar voor ecologische drogredeneringen is. Er is dus geen tekort aan theoretische claims, maar we kunnen deze nauwelijks testen wegens het ontbreken van grootschalige, micro-niveau data die de politieke belangen en vertegenwoordiging van mkb’s direct meten.

Aanpak en ontwerp

Gebruikmakend van een recent voltooide grootschalige paneldataset over mkb’s (Lehr, 2024), pakt dit project bovenstaande problemen aan door de omvang en rol van de veronderstelde belangenscheidslijnen binnen het bedrijfsleven te analyseren vanuit een multidisciplinair perspectief. Er wordt gekeken naar politieke belangen en vertegenwoordiging in het algemeen, maar met bijzondere aandacht voor twee thema’s: duurzaamheid en arbeidsverhoudingen.
De data zijn in 2023 en 2024 verzameld in Nederland door Verian (voorheen Kantar) onder eigenaren, directeuren en senior HR-managers van een representatieve steekproef van 901 kmo’s uit het TNS-NIPO BusinessBase panel. Deze data zijn uniek omdat ze directe, systematische metingen bevatten van de politieke belangen en vertegenwoordiging van bedrijven. Dit maakt het mogelijk om de volgende centrale onderzoeksvraag te beantwoorden:

Centrale onderzoeksvraag

Wat zijn de barrières voor de duurzame vertegenwoordiging van kleine en middelgrote ondernemingen in het realiseren van duurzame ontwikkeling?

Deze centrale onderzoeksvraag wordt uitgewerkt in deelprojecten die zich richten op beschrijvende analyses van belangen en vertegenwoordiging van bedrijven a) in het algemeen, b) in duurzaamheidsbeleid, c) in arbeidsverhoudingen, en d) via belangenorganisaties; en op verklarende analyses waarin verschillende hedendaagse theorieën over interne belangenscheidslijnen binnen het bedrijfsleven worden getest. De beschrijvende analyses zullen gebaseerd zijn op eenvoudige beschrijvende statistieken (zoals frequentieverdelingen). De verklarende analyses combineren cross-sectionele (analyse per meetmoment) en panel-regressiemodellen (bijv. gegeneraliseerde lineaire modellen), waarbij gebruik wordt gemaakt van de Mundlak-benadering om tussen- en binnenvariatie te onderscheiden en om voor niet-geobserveerde heterogeniteit te corrigeren bij het schatten van causale effecten.
Aangezien de samenstelling van de Nederlandse regering veranderde na de verkiezingen van 2023 zullen ook vergelijkingen tussen de waves en heterogeniteitsanalyses worden uitgevoerd om de impact van deze politieke contextverandering te onderzoeken.

Financiering

Stimuleringsbeurs

Contactinformatie

Contactpersoon