Shallow lake
Shallow lake

Effects of bioturbators in greenhouse gas emissions from shallow inland waters

Looptijd
2022 tot 2026
Projectleden
prof. dr. S. Kosten (Sarian) , I. Marquina Luévano (Ilenia) , Prof. Dr. Andreas Lorke (Institute for Environmental Sciences. University of Koblenz-Landau) , Dr. Dick van Oevelen (Royal Netherlands Institute for Sea Research. NIOZ- Yerseke. Yerseke)
Projecttype
Onderzoek

Ondiepe zoetwaterlichamen spelen een sleutelrol in de cyclus van broeikasgassen (BKG), zowel als koolstofput in hun sedimenten als bron voor de atmosfeer wanneer zij verzadigd zijn met koolstofgassen. De GHG-dynamiek in water en sedimenten wordt beïnvloed door fysische, chemische en biologische processen zoals transport door de sedimenten, productie en verbruik. Bovendien kunnen bioturbatoren deze dynamiek veranderen, bijvoorbeeld door sedimenten weer in beweging te brengen, het vrijkomen van luchtbellen te vergroten of de bentische productie en ademhaling te beïnvloeden. Er is echter nog weinig bekend over deze effecten en de studie ervan vereist een gecombineerde aanpak van empirische en experimentele analyse. 

De algemene doelstelling van het project is het ontrafelen van de rol van bioturbatoren op de uitstoot van broeikasgassen in ondiepe zoete wateren onder verschillende scenario's (bv.: temperatuur, sedimenten, dichtheid van bioturbatoren). Om het effect van bioturbatoren op de distributie en dynamiek van gasbellen te beoordelen, zullen de vorming en ebullitie van gasbellen in het sediment visueel gemonitord worden met onder-sedimentscanners in mesocosms. Om het effect van de bioturbator op het gastransport te beoordelen, zullen verschillende functionele kenmerken worden gemeten. Hierbij zal de oxygenatie van het sediment worden bepaald met verticale O2-profielen met behulp van een optode. Sediment reworking en bioturbatiediepte zullen bepaald worden aan de hand van verticale profielen van luminoforen op het einde van het experiment. Bio-irrigatie zal worden beoordeeld door NaCl toe te voegen aan het oppervlaktewater en de afname van het zoutgehalte in de tijd te volgen. 

De functionele kenmerken zullen worden gemeten in verschillende omstandigheden en experimenten (mesokosmos, microkosmos en bekkens). Bovendien zullen de bioturbator effecten worden opgenomen in een procesgebaseerd sediment-water methaan (CH4) emissie model. Tot nu toe is de kwantitatieve kennis over het effect van bioturbatie op CH4-emissies beperkt, evenals de toepassing van wiskundige modellen die hun effecten evalueren of voorspellen.  Dit project richt zich op CH4 en op processen die CH4 verbruiken of produceren, alsook op processen die rechtstreeks worden beïnvloed door consumenten en producenten van CH4.

Contactinformatie