Het vroege christendom wordt vaak gezien als een sleutelmoment in de ontwikkeling van het denken over menselijke gelijkheid, aangezien iedereen christen kon worden ongeacht etnische achtergrond. Maar in hoeverre betekende dit dat mensen met een andere etnische achtergrond als gelijken werden gezien en etnische vooroordelen en stereotypes werden verworpen?
Dit project analyseert de typering van mensen met een andere etnische identiteit en de mate waarin vroegchristelijke literatuur etnische (on)gelijkheid propageert. Gezien de enorme invloed van deze teksten in latere eeuwen levert dit project een belangrijke bijdrage aan ons begrip van de historische ontwikkeling van ideeën over etniciteit en ‘ras.’