Dit project onderzoekt de voorwaarden waaronder Europese burgers internationale samenwerking op controversiële beleidsterreinen steunen. We onderzoeken internationale samenwerking in de context van fiscale integratie in de Europese Unie (EU). Begrotingsintegratie in de EU is zeer controversieel en wordt verondersteld te leiden tot een eurosceptische reactie. Toch zijn de Europese regeringen het in juli 2020 in een historisch besluit eens geworden over het ambitieuze herstelpakket "Next Generation EU", waarmee een ongekende budgettaire stabilisatiecapaciteit wordt gecreëerd om de economische en gezondheidsuitdagingen van de COVID-19-pandemie aan te pakken. Ons project heeft twee belangrijke accenten.
Ten eerste bestuderen we de massapolitiek van de fiscale integratie van de EU in een enquête-experiment over de publieke steun voor een Europees 'Pandemic Recovery Fund' (PRF) in vijf Europese landen in 2020. We vinden opmerkelijk veel steun voor een gezamenlijk Europees begrotingsinstrument, dat echter gevoelig is voor de opzet van het beleid. Terwijl de verschillen tussen de landen het collectieve eigenbelang weerspiegelen, structureren de links-rechts oriëntaties van de burgers, hun EU-standpunten en het waargenomen economische risico van COVID-19 de verschillen binnen de landen.
Ten tweede bestuderen we de voorwaarden waaronder steun voor fiscale integratie afhangt van elitecommunicatie door politieke partijen. Uit party cueing-onderzoek blijkt dat partijen aanzienlijke invloed hebben op publieke voorkeuren, maar het is onduidelijk in hoeverre de publieke opinie reageert op cueing over specifieke, ingrijpende integratiestappen die de nationale autonomie rechtstreeks aantasten. Wij gebruiken een vooraf geregistreerd experiment met informatiebehandeling in vijf landen om de effecten van informatie over de voorkeurspartij van kiezers (in-party cues) en hun minst voorkeurspartij (out-party cues) op de steun voor internationale samenwerking te bestuderen.
Uit het onderzoek blijkt dat politieke partijen veel ruimte hebben om hun voorkeuren voor internationale samenwerking vorm te geven, aangezien zowel interne als externe signalen de voorkeur van de kiezers beïnvloeden. Dit patroon geldt voor alle landen en voor burgers met verschillende ideologische voorkeuren voor internationale samenwerking.