Humor in de Late Oudheid

Tijdsduur
1 januari 2019 tot 31 december 2025
Projecttype
Onderzoek

Humor, lachen en het vroege christendom worden zelden in één adem genoemd. Vaak worden enkele uitgesproken uitlatingen over humor aangehaald, van grootheden als Ambrosius en Johannes Chrysostomos. Zij ontkenden zelfs dat Christus ooit gelachen had (en zagen dat als een reden om het ook christenen uit hun tijd te verbieden). De werkelijkheid was echter genuanceerder. De klassieke cultuur speelde nog altijd een grote rol in de samenleving. Daardoor waren komische elementen van invloed, zoals de komedies van Terentius, die op school werden gelezen, en het theater, dat voor een groot deel uit komische mimen bestond. Humor was dus wel degelijk nadrukkelijk aanwezig in de laatantieke samenleving. In dit project worden de verschillen tussen dogmatische verboden en de praktijk van alledag nader onderzocht.

Resultaten

  • Humour in the Beginning: Religion, humour and laughter in formative stages of Christianity, Islam, Buddhism and Judaism. 2022. Topics in Humor Research 10. Roald Dijkstra & Paul van der Velde (eds.). Amsterdam: John Benjamins. Includes two contributions: “Converting comedians. The role of humour and laughter in the early Christian mime reports” (pp. 117-135) and “Humour in religion: a Protean phenomenon” (pp. 273-300).
  • Humor in de oudheid (special issue of Lampas). 2019. Roald Dijkstra & Stephan Mols (eds.). Two contributions: “Tijd om te lachen? Op zoek naar humor in de vroegchristelijke wereld” (pp. 214-227) & “Humor in de oudheid” (with S.T.A.M. Mols; pp. 121-125). Lampas 52(2).

Contactinformatie