Sinds de opkomst van de massamedia in het midden van de twintigste eeuw heeft publiekelijk uitgezonden comedy af en toe tot controverses geleid.. Veel oudere Nederlanders herinneren zich wellicht de ophef over een sketch waarin het Onze Vader en andere christelijke symbolen werden geparodieerd in het satirische tv-programma "Zo is het toevallig ook nog 's een keer" (1964). Meer recent getuigt de roast van cabaretier Martijn Koning op politicus Thierry Baudet in de talkshow Jinek (2021) van het feit dat humor mensen nog steeds erg boos kan maken.
Deze 'humorschandalen', een term van de Nederlandse sociologe Giselinde Kuipers, vertellen ons veel over de samenleving waarvan ze deel uitmaken. Ze zijn vaak een teken van verschuivende morele en sociale normen, of ze onthullen ideologische spanningen of breuken in de betreffende cultuur. Ze laten ook zien dat humor mensen niet alleen samenbrengt, maar ook verdeelt. Door deze schandalen te bestuderen komen we dus tot een beter begrip van zowel culturele verandering als de werking van humor.
In dit project richt ik me specifiek op humorschandalen in Nederland, van de jaren vijftig tot nu. In een boek voor het grotere publiek, dat in 2023 bij uitgeverij Atlas Contact zal verschijnen, analyseer ik elf van die schandalen in chronologische volgorde, waarmee ik niet alleen een beknopte geschiedenis schets van de publiek uitgezonden humor in het naoorlogse Nederland, maar ook de veranderende normen en waarden in dit land in de afgelopen zeventig jaar. Dit boek is niet alleen bedoeld als een historisch overzicht, maar ook als een bijdrage aan lopende publieke debatten over de vermeende 'belegering' van humor in het kielzog van social justice-bewegingen als #MeToo en Black Lives Matter, waarbij kritische discussies over racisme en seksisme in comedy vaak worden verward met censuur en het idee dat comedians worden 'gecanceld'.